562 15 AUGUSTUS 1968 groting merkbaar moet zijn» De minister wijzigde de regeling onder andere uit overwegingen van ar tistieke aard» Dit begrijpt hij niet» En ofschoon het misschien gek klinkt, zo zegt spreker, indien hij wel begrijpt dan twijfelt hij aan deze overweging» Dat de gemeente Breda in de verdeling der kosten thans 21% bijdraagt tegen 22^% voorheen is het resultaat van het overleg van burgemeester en wethouders» Spreker's fractie kan zich hiermede verenigen» De in spraak met betrekking tot de keuze van de stukken is door de gemeen te betrekkelijk gering, maar hopelijk zal het aantal toeschouwers de graadmeter zijn, ten aanzien van de kwaliteit» Subsidiëring achteraf moet tot een minimum beperkt blijven en in feite alleen betrekking hebben op de salarisposten. Spreker's fractie zou het contact met het rijk inzake deze subsidiëring verstevigd wil len zien, waardoor het mogelijk wordt een betere begroting tot stand te brengen. Het contact zou via het subsidiëntenoverleg kunnen lopen» De fractie, zo zegt spreker, zou het op prijs stellen, indien de afreke ningen snel zullen worden gedaan. Wel zit men aan de gemeenschap pelijke regeling drie jaar vast, doch het beschikken over cijfers is in de loop van dit tijdvak toch wel gewenst. Gaarne wordt aan het Zuidelijk Toneel voor 2 jaar het vertrouwen geschonken, doch dan zal er vóór 1 september 1970 over de bevindin gen gesproken moeten worden» De heer Lutz met Globe wil hij een reële kans geven, maar zal het geheel kritisch volgen. Een vluchtig lezen van het voorstel van burgemeester en wethouders zou de indruk kunnen geven dat het alleen om de verdeelsleutel der kosten gaat. Met kracht wil spreker verklaren dat het niet alleen over de verdeelsleutel gaat, maar dat zeer veel andere zaken in het geding zijn. Tenslotte zegt hij, mag het en moet het zo zijn dat cultuur veredeling van de geest moet blijven. Het onderdeel toneel in de ge meente Breda moet daartoe bijdragen. Mevrouw J'aGER heeft de vaste overtuiging dat de zaterdagavond en de zondagmiddag ongeschikt zijn voor de concerten van het Brabants Orkest om veel belangstelling te trekken. De zaterdagavond is haars inziens nog steeds de familie-avond bij uitstek daar de ouders dan stu derende kinderen thuis krijgen en de kleine kinderen wat langer mogen opblijven. De zondagmiddag wordt veelal besteed aan het beoefenen van of het kijken naar sport of men gaat wandelen. Indien men de concerten op een andere avond zou kunnen beluisteren, dan gelooft spreekster dat er aanmerkelijk meer publiek zou komen. Dit is reeds van verschillende zijden bevestigd. Daarom vraagt spreek ster aan burgemeester en wethouders of dit voor de naaste toekomst be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 588