565 15 AUGUSTUS 1968 Werkhooven bijzonder ernstige kritiek op Ensemble en zijn leiding uitgeoefend. De raad heeft toen besloten het subsidiëntenoverleg voort te zetten tot 1 september 1969. De gemeenteraad zal zich kun nen voorstellen, zo zegt spreker, dat de positie van de vertegenwoor diger van Breda in het overleg in de aanvang niet de meest aantrekke lijke was. Breda had immers de stok in het hoenderhok gegooid en er zijn veel pogingen aangewend Breda tot andere gedachten te brengen. Burgemeester en wethouders hebben zich echter van het begin af aan op het standpunt gesteld dat Breda in deze zaak moest volhouden. Wat gebeurde er echter? Terwijl men nauwelijks bekomen was van het ge nomen raadsbesluit, kwam plotseling de wijziging in het toneelbeleid. De 3 westelijke gezelschappen hadden reeds lang geprobeerd deze wijziging er door te krijgen om zich daardoor zoveel mogelijk achter de zogenaamde waterlinie te kunnen terugtrekken. Kort na het Breda se raadsbesluit heeft onze enige vrouwelijke minister op bijzonder snelle wijze het voorstel van de 3 westelijke gezelschappen overgeno men en een totaal nieuw toneelbeleid voor Nederland afgekondigd. Dit betekende dat Breda daarmede in een andere situatie was gekomen. Men kon niet meer naar believen over de westelijke gezelschappen beschikken en dit hield logischer wijze tevens in dat men op andere gezelschappen was aangewezen. Toch moet spreker zeggen dat ondanks alle moeilijkheden die er ge weest zijn, het raadsbesluit van vorig jaar augustus naar zijn mening een goed besluit geweest is, want het heeft tot verschillende verbe teringen geleid. Zoals er een subsidiëntenoverleg in Noord-Brabant bestaat, is er ook een overleg tussen het departement en de toneelgezelschappen. Dit zijn er 8 in Nederland, namelijk de 3 westelijke, het Zuidelijk To neel, thans "Globe" genaamd, Theater, Centrum, het Groot Limburgs Toneel en een combinatie in de 3 noordelijke provincies. Dit lande lijk subsidiëntenoverleg fungeerde echter maar zwak. Vanuit Brabant wordt dit overleg nu nauwlettend gevolgd. Het zou spreker niets ver bazen dat door de invloed van de vertegenwoordiger van het Brabants subsidiëntenoverleg er een andere basis zal gaan komen voor de subsi diëring van de verschillende toneelgezelschappen. De subsidiëring geschiedt op basis van het tekort. Het rijk stelt hier van 40% subsidiabel en 60% wordt gedragen door de andere subsidiën- ten. Het zou hem niet verbazen als het regelmatig gehouden landelijk overleg zou leiden tot een soortgelijke subsidiëring als thans in het Brabants overleg voor het Brabants Orkest zal worden vastgelegd. Een subsidiëring tot een bepaald bedrag dat op bepaalde normen is ge fixeerd. Dit doet men éénmaal en voor de volgende jaren wordt een index-verhoging toegepast. Dit heeft 2 grote voordelen. Men hoeft niet meer te dubben over post X, IJ of Z. Heeft men éénmaal vast gesteld dat men bereid is die posten, die salarissen voor een bepaald aantal mensen te subsidiëren, dan behoeft men het volgend jaar niets anders te doen dan de betreffende index-clausule toe te passen. Voor de subsidiënten heeft het 't grote voordeel dat ze precies weten waar ze aan toe zijn en voor de subsidie ontvangende instelling is er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 591