569
15 AUGUSTUS 1969
groter is geweest dan het jaar tevoren. Dit wil echter nog niet veel
zeggen. Het ene jaar heeft een gezelschap met zijn stukken meer
succes dan in een ander jaar.
Spreker gelooft dat het verstandig zou zijn indien deze regeling voor
3 jaar zou worden geaccepteerd met de uitdrukkelijke toezegging van
burgemeester en wethouders dat vóór 1 september 1970 bij de gemeen
teraad wordt teruggekomen om opnieuw het oordeel van de raad te
vragen.
De heer VAN WERKHOOVEN zegt op de eerste plaats wethouder
Gielen dank voor zijn uitgebreid antwoord, waarin hij ridderlijk de
gemaakte fouten toegeeft. Dit bespaart hem om in 2e instantie met
cijfers te komen, waaruit blijkt dat het toezicht zeer onvoldoende is
geweest.
Hij is blij met de toezegging van de wethouder dat er een strengere
controle zal komen en de zaak nauwlettend gevolgd zal worden.
Eveneens is hij verheugd over de mededeling dat er een begrenzing
van het subsidie zal komen. Dit is wel een van de belangrijkste toe
zeggingen, want iedereen weet dat artiesten zich gaarne uitleven in
artistieke voorstellingen, die door het publiek eigenlijk niet gewild
zijn en ontzettend veel geld kosten. Indien een leider van een gezel
schap weet dat hij met een bepaald subsidie moet toekomen en achter
af niet met een tekort kan komen, dan is men een heel eind op de
goede weg.
Van de wethouder heeft spreker het aantal voorstellingen in de stads
schouwburg gehoord. Hieruit bleek dat de grote gezelschappen ieder
5 voorstellingen geven en dat Globe 15 voorstellingen zal geven. Hij
hoopt dat Globe hiertoe in staat is en dat een programma gebracht
wordt dat verantwoord is en aanvaardbaar zal zijn voor 90% van het
publiek, dat zo gaarne een avondje gezellig uit wil. Dit behoeft
geen bombast stuk te zijn, maar het behoeven ook geen zware pro
blemen te zijn, die aan de kaak worden gesteld. Hij hoopt dat het
programma aan die eisen zal voldoen.
Naast de uitkoopsom, die tegenwoordig rond de 4.000, -- bedraagt,
blijft de gemeente Breda bij 15 voorstellingen per voorstelling nog
15. 000, -- subsidiëren. Men kan erover spreken of dit bedrag nu
groot of klein is. Dit is een andere kwestie.
Uiteindelijk moet spreker namens zijn fractie mededelen dat zij niet
met het voorstel van burgemeester en wethouders mede kan gaan,
speciaal wat betreft het Zuidelijk Toneel. Op reeds door hem naar
voren gebrachte principiële gronden blijft de fractie van mening dat
subsidiëringen in totaliteit voor de stad Breda onaanvaardbaar zijn.
De fractie is dus niet tegen een subsidie per voorstelling, maar wenst
geen subsidiëring zoals door burgemeester en wethouders thans wordt
voorgesteld.