59 18 JANUARI 1968 weg willen nemen. Er wordt aan de staten morgen een principebesluit voorgelegd waarop zij al of niet "ja" kunnen zeggen. Er is nog geen mogelijkheid van een heffing door een nieuw schap. Wel de mogelijk heid van een principebeslissing voor de totstandkoming van een over leggend waterschap met een gecompliceerde regeling of de voorberei ding ter oprichting van een zuiveringsschap» Het zal dus nog helemaal - technisch - getekend moeten worden, pas dan zullen de staten de be slissing moeten nemen over de oprichting van het zuiveringsschap. Ver volgens moeten reglementen worden vastgesteld. Daarbij is er nog een fase dat het bestuur moet worden samengesteld, waarbij vervuilers, ge meenten en waterschap een regeling vinden. Als dat reglement isvast- gesteM en het bestuur in functie is getreden, dan is men in feite nog niet aan een heffing toe, want dan moet nog begonnen worden met al de technische en administratieve regelingen die eraan verbonden zijn. Als de technische en administratieve, apparaten aanwezig zijn dan komt aan de orde het overleg tussen de gemeente Breda en het zuive ringsschap. Als geen overeenstemming wordt bereikt over de overdracht van de bestaande technische installaties, zullen deze bij de gemeente blij ven. Dat betekent dat er ook nog onderhandelingen gevoerd moeten worden over de overdracht en over de basis waarop dit zal geschieden. In beginsel voelen gedeputeerde staten wel voor een streven naar o- verdracht maar zij houden de mogelijkheid open dat er geen overeen stemming bereikt wordt. Vervolgens zal de raad uit de stukken wel be grepen hebben dat die zaak niet van de kant van het college is geko men, maar dat bepaalde statenleden ook gezegd hebben dat de gemeen te bevoegdheden heeft voor het opleggen van de heffingen. Het is naar spreker's mening goed te stellen dat na morgen misschien de situatie bepaald niet zo zal zijn dat gezegd kan worden dat nu alles helemaal duidelijk is. Het is nuttig dit vast te stellen, omdat hij de indruk had dat de raad van mening zou zijn dat als de staten maar ver gaderd hadden het hele Bredase probleem van de baan zou zijn. De heer Kramer heeft bij de behandeling van de cultuurnota gezegd dat niet om de zaak moet worden heengedraaid en de heer van der Werff heeft opgemerkt dat niet als een struisvogel de kop in het zand moet worden gestoken. De situatie is hier gelijk. Men kan dit betreuren of men kan er blij om zijn. Het college betreurt het, maar er is een bepaalde situatie ge groeid. Breda is op eigen initiatief met de afvoerleiding begonnen en op dat moment speelde de overdracht aan een zuiverings- of water schap zelfs nog niet. Breda zat met de vervuiling van de singels en in een later stadium van de Krouwelaarshaven en is zelf begonnen de stad zuiver te maken, gewoon omdat het dringend noodzakelijk was. Eerst in een later stadium is het inzicht steeds duidelijker geworden, dat de eigenlijke zuivering in een groter verband moest worden afgewerkt, af gerond en helemaal uitgewerkt. In de hedendaagse situatie ziet spreker het verschijnsel dat Breda niet de enige is die in deze situatie zit. Er zijn al een aantal waterschap pen in werking, er zijn een aantal gemeenten die zelf afvoerleidingen en zuiveringsinstallaties hebben. Die waterschappen en die ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 59