15 AUGUSTUS 1968 578 noreerd worden en onder de sociale wetgeving vallen. Dit heeft bepaald een grote bezuiniging gegeven. In 1965 zijn de kos ten van de Beyerd 100. 000, -- geweest. In 1966 112.000, In 1967 86.000, -- en in 1968 zal dit waarschijnlijk 81.800, -- zijn. Dit alles is niet gebeurd ten koste van het geheel. Wethouder VAN BIJNEN vermoedt dat dit geen zaak voor het geor ganiseerd overleg is. Wanneer er klachten waren zou dit een aangele genheid voor de personeelsorganisaties zijn, die dan bij de wethouder daarover kunnen komen praten. De heer QUADEKKER stelt zich voor dat de leden van het geor ganiseerd overleg geen klachtenbureau formeren, doch dat de leden van het georganiseerd overleg door de wethouder geïnformeerd worden, vindt hij op zijn plaats. Indien de redenering van de wethouder is: er komen geen klachten, dus wordt het maar gedaan, dan is spreker het volledig met deze stelling oneens. De heer WOESTENBERG heeft van wethouder Gielen gehoord dat er een juffrouw is getrouwd, die niet werd vervangen. Dit wekt op zijn minst de indruk dat zij altijd overbodig is geweest. De heer KRAMER dankt wethouder Gielen voor zijn mededeling over wat er met het personeel is gebeurd. Hij onderschrijft echter volledig wat de heer Quadekker heeft gezegd. Dit is een beleidskwestie en hier geldt: "Voorkomen is beter dan ge nezen". Het moet niet zo zijn dat als iemand van het personeel denkt dat het niet in orde is hij naar de een of andere organisatie loopt. Dit moet beslist voorkomen worden. Er moet een goed beleid met goed overleg zijn. Het is spreker te doen om het principe. Indien men op allerlei afdelingen zou gaan schuiven dan zou men een chaos krijgen, waarbij personeelsleden wel of niet naar een organisatie zouden kun nen lopen. Indien spreker terugkomt op de Beyerd dan leest hij uit het voorstel van burgemeester en wethouders dat 2 personeelsleden 2. 800, -- overwerk krijgen uitbetaald. Spreker heeft volledig begrip voor de situatie van de Beyerd. Overwerk kan nuttig zijn, maar regelmatig overwerkvergoeding genieten van 1.400,-- 1.500,-- per jaar kan ook een nadeel zijn. Hierover zou hij toch in de daarvoor geëigende commissie die er is, willen spreken. Hij heeft er begrip voor dat het niet nodig is daarover met de gehele commissie te vergaderen. Er zijn echter verschillende bedrijven die dan een deputatie uit een dergelijke commissie uitnodi gen om daarover te spreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 604