583 15 AUGUSTUS 1968 Ten slotte is voor het ophangen van de ereburgers misschien wel iets voor te zeggen. Het zijn er 27. De heer Barij heeft reeds geconsta teerd dat niet alle 27 ereburgers in de raad hebben gelegen. Het zou een merkwaardige raadszitting geworden zijn. Burgemeester en wethouders zullen met ernst bekijken, zo zegt spre ker, of er een vorm te vinden is waarin de ereburgers hier in het stadhuis een passende plaats zullen kunnen krijgen. Persoonlijk is hij niet zo verschrikkelijk gesteld op 27 portretten in het stadhuis, maar hij zou zich kunnen voorstellen dat er op andere wijze een passende plaats gevonden kan worden. Men moet wel voorzichtig zijn. Vele oude zaken in het stadhuis kunnen bijzonder mooi zijn, maar over drijving met portretten of kleine standbeeldjes is verre van mooi. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 36. VERORDENING, REGELENDE TAAK,SAMENSTELLING EN WERK WIJZE WELSTANDSCOMMISSIE. 37. EXPLOITATIEKREDIETEN VOOR OPENBARE L.O. M. -SCHOOL. 38. DIVERSE BEGROTINGSWIJZIGINGEN. 39. UITGIFTE IN ERFPACHT VAN GROND AAN DE MR. DR. FREDE- RIKSSTRAAT AAN DE BOERENLEENBANK BREDA. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. RONDVRAAG. Mevrouw JaGER vraagt of het burgemeester en wethouders bekend is dat zonder enig contact met het bestuur de meer dan 10 jaren be staande badmintonclub "De Springhazen" de huurovereenkomst is op gezegd van de gemeentelijke gymnastiekzaal, aan de Piet Heynlaan, zonder dat er van enige ernstige wanbetaling sprake is geweest. Als motivering daarvoor werd gebruikt dat de zaal op basis van een jaar contract is verhuurd aan een ander. Het bestuur van de badminton club werd niet gevraagd of zij wellicht ook tot het sluiten van een jaarcontract wensten over te gaan. De activiteiten van deze club worden door de huuropzegging ernstig bemoeilijkt, zo niet verhinderd, omdat het vinden van een andere zaal vrijwel onmogelijk is en er van gemeentewege ook geen enkele suggestie in deze richting is gedaan. Wel heeft men medegedeeld dat er 's avonds na 9. 30 uur in de zaal nog gespeeld kan worden. Dit is naar spreekster's mening veel te laat. Gaarne zou zij van burgemeester en wethouders vernemen of dit nu de juiste wijze is waarop de toch zo nodige contacten tussen overheid en burgerij dienen te geschieden?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 609