15 AUGUSTUS 1968
584
De heer JACOBS vraagt namens de bewoners van de Zandberg
laan om het plantsoentje bij de le Muntstraat een opknapbeurt te
geven. Dit bevindt zich volgens de bewoners in een zeer slechte
toestand. Zij zouden gaarne een mooi gazon en mooie bloembak
ken hebben die de gemeente er zeer veel bezit.
De heer SPANJER wil naar aanleiding van de artikelen in de
plaatselijke pers om Breda een levendige stad te maken, de aan
dacht van burgemeester en wethouders vestigen op het een aantal
jaren geleden door een jubilerende fabriek geschonken klank- en
lichtspel. Dit spel is na dat ene jaar nooit meer gebruikt.
Spreker zou het bijzonder gepast vinden dit klank- en lichtspel
wederom te gebruiken als attractie voor de stad in de zomermaan
den.
De heer WOESTENBERG wenst nog eens terug te komen op zijn
vraag om op de Haagdijk een blauwe zone te krijgen. Reeds ver
schillende malen is door hem hierom gevraagd en ook door zaken
lieden van de Haagdijk is dit aan de politie en andere instanties
voorgesteld.
Nu is bij vergaderingen van de Haagdijkvereniging en ook bij sa
menkomsten van andere mensen, die bij en met de Haagdijk be
langen hebben gebleken dat praktisch 90°Jo van de neringdoenden en
van de particulieren zich hebben uitgesproken voor een zo spoedig
mogelijke komst van de blauwe zone aldaar.
Er zijn geruchten dat deze zone er wel en niet komt.
Bij spreker rijst de vraag waarom de gemeentelijke instanties nu
niet duidelijk stellen waarom instelling van de blauwe zone op de
Haagdijk niet mogelijk is.
Ofschoon het laatste gedeelte van de Haagdijk erg smal is zou dit
naar zijn mening geen bezwaar kunnen zijn de blauwe zone in te
voeren. De trottoirs zouden een klein stukje teruggebracht kunnen
worden. Andere nauwe straten zoals bijvoorbeeld de Veemarkt-
straat, is in de blauwe zone opgenomen.
De heer WOESTENBERG wil gaarne voorstellen het aanvangsuur
van de vergaderingen van de commissie van sociale zaken evenals
vroeger vast te stellen in de avonduren. Dit is de enige commissie
waarin hij zitting heeft omdat destijds de zittingnemerij gepaard is
gegaan met verdachtmakingen, waardoor hij geen zitting kon ne
men in andere commissies of afdelingen.
Dit is geen verwijt aan de voorzitter van de gemeenteraad omdat
dit voor zijn tijd is geschied.
Omdat hij in de particuliere sector werkzaam is kan hij thans deze
vergaderingen niet bijwonen. In zijn vakantie werd medegedeeld dat de