60? 12 SEPTEMBER 1968 Daarbij wil spreker de vraag stellen of het nu zo verstandig is om tus sen april en september 1969 toch ook de schouwburg voor eventuele verbouwingen te gaan sluiten. Het Turfschip is dan ook niet open, met andere woorden Breda zit dan een halfjaar helemaal zonder iets, wat spreker uitgesproken onverstandig lijkt. Eerst heeft men niets en dan heeft men twee instellingen, waarvan hij nog steeds niet de zekerheid heeft of ze elkaar niet zullen gaan beconcurreren. Dat is naar zijn mening toch beslist een bezwaar en hij zou zich aan willen sluiten bij de woorden van de vorige spreker, dat de fractie geen bezwaar heeft tegen het onderzoek nu, maar wel meent dat een binding voor de toekomst daar beslist niet van mag worden afgeleid. Persoonlijk acht spreker, als inderdaad het handhaven van de bestaan de situatie ten aanzien van de brandveiligheid niet verantwoord is (zo als het in het stuk onder a. staat), het onjuist om in elk geval tot april 1969 de voorstellingen zo door te laten gaan. De heer QUADEKKER wil namens zijn fractie stellen dat alleen wordt gesproken over het hier voorliggend voorstel, namelijk het be schikbaarstellen van een voorbereidingskrediet ad 15.000, -- in ver band met het treffen van voorzieningen in de Stadsschouwburg, welke nodig blijken te zijn. De fractie is voorstandster van een bijzonder ge degen onderzoek in deze. Tegen de 15. 000, - -is absoluut geen be zwaar, ook al omdat gemeend wordt dat het toch wel een aanzienlijk aantal jaren zal duren dat deze Stadsschouwburg op de wijze waarop zij haar rol vervult, mee zal moeten. Bovendien wil sprekers fractie graag indien mogelijk, voordat de uitslag van het onderzoek bekend is, op de hoogte worden gebracht van de inhoud van het accommoda tierapport, waar al diverse malen over is gesproken. Met vorige sprekers wil hij tevens meegaan wat betreft de brandveilig heid. Het is bekend dat de raad met het college zelf nieuwe richtlij nen voor de noodzakelijke brandveiligheid heeft vastgesteld. En wan neer het nu nog niet mogelijk is om dit optimale in de hele kwestie in deze Stadsschouwburg perfect te regelen, dan zou hij graag willen voorstellen om op dit moment reeds al het mogelijke te doen - uiter aard in overleg met de commandant van de brandweer - om in ieder geval voor het nu voor de deur staande seizoen, te zorgen dat voor wat de brandveiligheid betreft, het Bredase publiek gevrijwaard is van onnodige gevaren. De heer SPANJER wijst erop dat de eerste twee sprekers op de cul turele kanten van het voorstel zijn ingegaan. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het feit dat het voorstel toch in de afdeling cultuur is me degedeeld, hoewel het in de afdeling openbare werken is aangeboden voor het uitbrengen van een al of niet afwijkend advies. Hij zal daar om niet ingaan op wat door de vorige sprekers over het culturele vlak is gezegd en zich alleen wenden tot de zakelijke kant van het voor stel. De gemeente beschikt over een gebouw wat een publieke voor ziening betreft en waar het publiek komt. Als dit gebouw niet voldoet aan de eisen die er worden gesteld, dan is het noodzakelijk dat de ge meente er zo spoedig mogelijk toe overgaat dat de voorzieningen wor den aangebracht. Vooral de voorzieningen betreffende de brandveilig heid) Hoewel spreker persoonlijk niet het gevoel heeft dat iets ontoe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 633