12 SEPTEMBER 1968
608
laatbaars wordt gedaan door tot april de voorstellingen in de schouw
burg voort te laten gaan, wil hij toch wel zeggen blij te zijn als men
het treffen van de voorzieningen toch niet al te lang laat uitstellen.
Hij meent dat het ook moeilijk eerder kan, hier wordt nu over een
voorbereidingskrediet gepraat en de plannen voor de verbouwingen en
de herstellingen zullen ten slotte nog moeten worden uitgewerkt. Er
kan niet vóór april 1969 worden begonnen.
De VOORZITTER merkt op dat het college alleen zal antwoordën
op de vragen inzake het voorstel wat aan de orde is.
Wethouder VERMEULEN meent dat men zich inderdaad min of
meer heeft bewogen buiten de bedoeling van dit voorstel.
Het voorstel beoogt niets anders dan het treffen van technische
voorzieningen aan een bestaand gebouw dat momenteel nog wordt ge
bruikt en dat met het oog op de ontwikkelingen in het civic centre
nog wel geruime tijd zal worden gebruikt.
Tegen deze achtergrond moet ook de uitlating worden gezien dat het
niet verantwoord is om nog langer - op deze wijze dus - het risico te
lopen dat er dingen zouden kunnen gebeuren die men gezamenlijk
zou betreuren. Nu wordt de raad gevraagd 15. 000, -- beschikbaar
te stellen, opdat de technische mensen een grondig onderzoek kunnen
doen naar de bouwkundige en naar de veiligheidstoestand van de
schouwburg.! Als het onderzoek achter de rug is, dan komen de resul
taten daarvan bij de raad al of niet met het voorstel van burgemees
ter en wethouders om daarvoor de nodige kredieten te verschaffen.
Dan kan misschien het moment zijn aangebroken dat men ietwat ver
der zou willen ingaan op de materie die men vanavond ter tafel heeft
gelegd. Spreker gelooft niet dat het zinnig en verstandig is om daar
vanavond diepgaand over te gaan discussiëren. De veiligheid is bij
alle sprekers het belangrijkste punt, het college denkt daar uiteraard
niet anders over. Spreker meent tevens dat geen paniekstemming
moet worden gewekt, want daar is naar zijn gevoelen ook geen aan
leiding voor. Het college is het met degenen die gezegd hebben dat
zolang de maatregelen nog niet getroffen zijn er extra toezicht en
een extra aandacht van de brandweer of de directeur noodzakelijk
zijn, volkomen eens. Het college zal op dat punt echt wel doen wat
gedaan moet worden.
De heer Quadekker heeft volgens spreker de materie van het voorstel
het meest juist benaderd. Alleen heeft deze daaraan wel een voor
waarde verbonden, waarvan spreker nu niet durft te zeggen of er aan
kan worden voldaan. Hij meent ook dat het niet verstandig is om een
voorwaarde te stellen. De heer Quadekker heeft immers gezegd dat
zijn fractie graag zou zien dat als de resultaten van het onderzoek
naar de toestand van het gebouw "Concordia" op tafel komen en be
sloten moet worden over het al of niet uitvoeren van de werkzaamhe
den, dat dan de inhoud van het accommodatierapport bekend zou
zijn. Nu meent spreker dat deze twee dingen wel met elkaar in ver
band mogen worden gebracht, maar toch niet in deze stringente vorm.
In het voorstel staat te lezen dat het accommodatierapport inmiddels
aan het college is uitgebracht, waar het in studie is. Er is nu alle re
den voor het college om het nog te bestuderen en spreker durft echt