626 12 SEPTEMBER 1968 waarom moet nu ineens een brief worden gestuurd: "wilt U even Uw goedkeuring geven aan al deze borden?" Die borden konden ook al een jaar geleden worden voorzien. De VOORZITTER zegt dat dit niet aan de orde is. De heer VAN WERKHOOVEN beaamt dit. Maar hij is het niet met de wethouder eens, als de verkeerscommissie met een dergelijk plan wordt gepasseerd, hef haar dan maar op. Spreker is er ook van over tuigd - en dan zal hij heel voorzichtig zijn - dat er enkele leden van de verkeerscommissie zijn die zich ook lichtelijk gepikeerd voelen omdat zij niet gekend werden. Zij dienen toch ook het belang van Breda door het bijwonen van de vergaderingen. Hij handhaaft daarom zijn voorstel; met de aanpak is helemaal geen haast. Voor men van gedeputeerde staten toestemming voor een project van een half miljoen heeft gekregen gaat nog wel enige tijd voorbij. Spreker vindt het dus helemaal niet erg als nog even wordt gewacht. Het is dan zeker zo elegant om de verkeerscommissie, die belangeloos werkt, in ieder geval over dit punt te horen. Hij is het niet eens met het principe dat de verkeerscommissie er alleen maar is om borden te plaatsen. Daarom verzoekt hij nogmaals het voor stel aan te houden en de verkeerscommissie te horen. Wethouder VERMEULEN wil toch nog trachten om een blijkbaar zich ontwikkelend misverstand tussen de heer van Werkhooven en hem uit de weg te helpen. Hij zou er niet graag van beticht worden dat hij niet overtuigd is van de inspanning en van de waarde der verkeerscommissie. Spreker gelooft dat hij op dit punt zéker niet minder dan de heer va'n Werk hooven van mening is dat het een nuttig instituut is, omdat het juist de heer van Werkhooven is die bij de vorige begrotingsbehandeling en ook nu weer bij zijn replieken heeft gezegd dat de verkeerscommissie uit de tijd is. Dat is dus een waarde-oordeel waar spreker de vorige keer bezwaar tegen heeft gemaakt maar waarbij hij tevens tegen de heer van Werkhooven heeft gezegd dat het diens goed recht was als deze die me ning had. Dan zou spreker het elegant gevonden hebben dat de heer van Werkhoo ven die mening kenbaar had gemaakt voor het forum waar deze zit en waar hij over oordeelt zonder dat de leden zijn ingelicht of althans hun mening daarover kent. Spreker heeft toen ook tegen de heer van Werk hooven gezegd bereid te zijn met iedereen en alles te praten over eventuele verbeteringen die in de structuur zouden kunnen worden aan gebracht. Nadien is de verkeerscommissie toch nog enkele keren bij elkaar geweest en in geen van deze commissievergaderingen is de heer van Werkhooven op het toen door hem in het openbaar gestelde, teruggekomen. De heer van Werkhooven heeft tot op heden in de verkeerscommissie niet gezegd wat hij over deze commissie hier in de raad bij de begro tingsbehandeling heeft betoogd. Ook vanavond heeft hij weer gezegd dat de verkeerscommissie eigenlijk uit de tijd is. De heer VAN WERKHOOVEN merkt op dat dit in de raad thuishoort.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 652