642 17 OKTOBER 1968 dagelijks voorbij en hij spreekt dus uit ervaring. ANTWOORD. Ons college is van mening, dat op bedoeld kruispunt alles gedaan is wat mogelijk is om de voorrangsregeling aan de weggebruikers ken baar te maken, terwijl de overzichtelijkheid van het kruispunt ook niets te wensen overlaat. Op de gedane suggestie om het in het mid den van het kruispunt geschilderde cirkelvlak te verhogen of om daar op lichtgevende vlaggen te plaatsen kunnen wij niet ingaan, omdat daardoor een gevarenelement geschapen in plaats van geëlimineerd zou worden. VRAAG. De heer VAN DER ZWAN zegt dat volgens een bericht in de Stem van zaterdag 7 september 1968 burgemeester en wethouders een on derzoek hebben laten instellen naar de behoefte aan een instituut voor hoger economisch en administratief onderwijs in Breda. Volgens dit bericht is dit onderzoek positief uitgevallen. Hij vraagt of het col lege aan de raad nadere mededelingen kan doen over dit onderzoek en over de plannen die het college dienaangaande heeft. ANTWOORD. Op verzoek van ons college is door de gemeentelijke sociografische dienst een rapport uitgebracht over de behoefte aan een school voor hoger economisch en administratief onderwijs te Breda. Op basis van dit rapport - waarvan een exemplaar voor Uw raad ter inzage ligt - plegen wij momenteel overleg met het bestuur van het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme om de moge lijkheid te bezien een school voor h. e. a. o. aan het N. W. I. T. te verbinden. Zodra dit overleg tot resultaten heeft geleid zijn wij voornemens Uw raad nader te informeren. VRAAG. De heer BA YENS zegt in de vergadering van juni een vraag te hebben gesteld over de parkeersituatie in de Ginnekenstraat. Nu is dit wel een moeilijke straat voor parkeeraangelegenheden, men praat wel over een blauwe zone en over parkeermeters. Voor de ene zijde van de Ginnekenstraat is reeds lang een stopverbod van kracht, voor de andere zijde is er bovendien nog een parkeerverbod vastge steld. Aan de straatzijde waarvoor een parkeerverbod geldt, mag gestopt worden voor het lossen en laden en voor het direct laten in- en uitstappen van personen. Als er een parkeerverbod vastgesteld is, moet er dan niet een of andere aanduiding zijn dat dat parkeerver bod van kracht wordt? Tot hedenavond half zeven was er nog niets van dien aard te zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 668