66 18 JANUARI 1968 wachten dat dit stuk in de afdeling openbare werken aan de orde werd gesteld. De heer KROON wil nog ingaan op de bedenkingen van de heer van der Zwan ten aanzien van de hoogte van het bedrag waartegen het eventuele zuiveringsschap de zaak over zou moeten nemen. Naar spreker's smaak blijkt dit één van de grootste bezwaren te zijn. Hier bij moet niet vergeten worden dat in het verleden steeds is gehandeld op instignatie en in overleg met gedeputeerde staten. Breda is zelf begonnen, alleen is wel overleg met gedeputeerde staten gepleegd. Wanneer er van de zijde van de raad werd gevraagd hoe het straks zou gaan werd er door het college gezegd dat het wel in orde zou komen; er was overleg met gedeputeerde staten, de zaak was geregeld en er kwam wel een zuiverings- of waterschap dat de zaak zou overnemen. Wanneer straks dat waterschap er komt en men gaat aan tafel zitten zal men naar spreker's mening rekening met de voorgeschiedenis moe ten houden. Het is geen kwestie van kooplieden, maar van overheids organen die aan tafel zitten en die elkaar een beetje kennen. Naar zijn mening hoeft men daar niet bang voor te zijn. Dit betekent dat spreker zijn standpunt handhaaft en niet met het voorstel, zoals het hier ligt, meegaat. De heer VAN BANNING wil aannemen dat wethouder Vermeulen van hem wil aanvaarden dat spreker citeerde in de geest zoals hij dacht uit de stukken op te kunnen maken. Hij bedoelde dat de wet houder in de nieuwe situatie wellicht een andere opinie heeft dan voorheen. Wethouder VERMEULEN ontkent dit. De heer VAN BANNING zegt dat er zeer wel mogelijk altijd ge vaar is als men iemand citeert of dat het aan de andere kant verkeerd wordt begrepen. Wethouder VERMEULEN zegt alleen te hebben gezegd dat hij er nog precies over denkt zoals hij door de heer van Banning is geciteerd. De heer VAN BANNING zegt dat door de heer van der Zwan een bijzonder goede suggestie is gedaan. Als nu bekend is of het 1, 2 of 3 jaren zou duren, dan zou voorlopig kunnen worden gestopt. Ook dit zou spreker willen adviseren. Spreker zou haast willen citeren uit het hem overhandigde afschrift van de nieuwjaarsrede van de voorzitter. Hij wil echter niets uit zijn verband halen en verwijzen naar pagina 8 waar staat; "In dit verband denk ik met name aan het werkgelegenheidsvraagstuk enz.Op die gronden zou spreker willen zeggen dat hij niet met het voorstel mee gaat. De heer VAN DER WERFF wil uiteraard niet ontkennen dat de Bre dase gemeenschap gemaakte schulden dient te negeren. Ten aanzien van de kwestie van de rente van het geïnvesteerd kapitaal meent hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 66