17 OKTOBER 1968
645
teerd, Deze constateerde darmstoornissen. Toen het paard niet
beter werd is in overleg met de vee-arts en de verzekering het
paard op 22 juli '1968 ter observatie naar de veeartsenijkundige
afdeling van de rijksuniversiteit te Utrecht vervoerd.
Hier constateerde men niervergiftiging en op 27 juli 1968 is het
paard afgemaakt moeten worden.
Ten aanzien van punt 4x zegt de heer QUADEKKER dat naar hij
meent de raadsstukken officiële stukken zijn en dat hij graag wil
zien, dat in die stukken de officiële nomenclatuur wordt gebezigd,
zoals dat behoort. In het stuk komt tweemaal het woord veearts
voor, terwijl hij zeker weet dat het dierenarts moet zijn. Ter ad
structie van zijn verhaal zegt hij, dat hij een brief van de Konin
klijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde voor zich
heeft, waarin hem is medegedeeld, dat in hoofdstuk V van de wet
op de uitoefening van de diergeneeskunde een aantal slotbepalingen
worden weergegeven, waarin onder meer de woorden veeartsenij
kunde, veeartsenijkundige praktijk, veearts, veeartsenijkunst in de
hoger-onderwijswet worden vervangen door de woorden, respectie
velijk diergeneeskunde, diergeneeskundige praktijk, dierenarts en
diergeneeskunst.
Analoge veranderingen zijn in andere wetten opgenomen onder an
dere de wet van 15 december 1917, staatsblad 700, tot regeling van
het hoger landbouwonderwijs; de wet van 1 juni 1865, staatsblad 61,
regelende de uitoefening van de artsenijbereidkunst en de vleeskeu-
ringswet.
Met inachtneming van de door de heer Quadekker gemaakte op
merking worden de antwoorden van het college voor kennisgeving
aangenomen.
5. ONBEWOONBAARVERKLARING VAN DIVERSE WONINGEN.
6. HET ONDERZOEK VAN DE GEMEENTEREKENING EN DE BEDRIJFS-
REKENINGEN OVER HET DIENSTJAAR 1966.
7. PREADVIES OP EEN VERZOEK OM TOEKENNING VAN EEN VOOR
SCHOT OP DE EXPLOITATIEVERGOEDING 1968 TEN BEHOEVE
VAN DE BIJZONDERE KLEUTERSCHOOL ALDEBORGSTRAAT.
8. HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWER
VING VAN ONROEREND GOED.
9. HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VER
VREEMDING VAN ONROEREND GOED.
10. HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE RE
CONSTRUCTIE VAN EEN GEDEELTE VAN DE ST. IGNATÏUS-
STRAAT TUSSEN DE WILHELMINASINGEL EN DE MGR. HOP
MANSSTRAAT.