17 OKTOBER 1968 649 Mevrouw DE BONTE zegt blij te zijn met dit voorstel. In het centraal rapport is door haar fractie een vraag gesteld over de werk gelegenheid. Nu is dit hier ook al weer een uitbreiding van het aan tal werkobjecten en wel zodanig dat er een honderdtal mensen meer ondergebracht zullen kunnen worden. Zij hoopt dat er in de toekomst meer mensen die het nodig hebben, gebruik van zullen maken. Zij is ook blij dat dit dienstencentrum als streekcentrum zal worden be schouwd, omdat dat mogelijk in de toekomst wat financiële voorde len zal geven. De heer WOESTENBERG zegt, dat hier sprake is van een bedrag van 458.770,-- of het niets is en dat hij er bezwaar tegen heeft, dat dit krediet verstrekt wordt. De VOORZITTER vraagt bij interruptie of de heer Woestenberg bezwaar tegen het voorstel heeft. De heer WOESTENBERG zegt, dat hij er zonder meer bezwaar tegen heeft. Bovendien zegt hij, heeft hij bijlage 411 niet ontvan gen. Hij vraagt zich af, waarom deze bijlage niet aan hem gezon den is, te meer waar hij zich bijzonder voor sociale zaken interes seert en ook voor dit dienstencentrum. Spreker is: van mening, dat hier een groot bedrag wordt toegekend aan het dienstencentrum, dat alleen maar openstaat voor bepaalde jongens uit bepaalde milieus en daar is hij zwaar tegen. Alleen om die reden, omdat men discrimineert. Hij spreekt hier uit eigen ervaring. Onder het motto, dat ze nietvol- doende ontwikkeld zijn worden bepaalde mensen geweigerd. Zo is er een keer aangehaald, dat men niet voldoende talenkennis had om toegelaten te worden, terwijl hij zeker weet, dat er mensen zitten, die niet één vreemde taal spreken. Er zijn op de Grazendonk mensen geweigerd, die in hun eigen beroep geen emplooi meer konden vin den, omdat ze te oud waren, of ze moesten in standing dalen. In principe is spreker tegen dit voorstel en hij wil in ieder geval ge acht worden te hebben tegengestemd. De heer KRAMER zegt, dat het college met dit voorstel te kennen geeft, dat de sociale werkvoorziening niet alleen belangrijk is, maar steeds belangrijker zal worden. Dit getuigt van een goed inzicht, want werken is voor de mens zeer belangrijk. Arbeid is een schep pingsopdracht, waarin de mens een diepe bevrediging vindt. In het licht van de door hem bedoelde menselijke eigenwaarde is de uitbrei ding van de Grazendonk alleen maar toe te juichen. Met mevrouw de Bonte is spreker's fractie het er dan ook over eens, dat dit een goed voorstel is, hoewel hij zich ervan bewust is, dat de mogelijkheid van concurrentie in principe aanwezig is, maar daarom behoeft men het nog niet te laten. Tot slot vraagt spreker of, als er behoefte ontstaat aan uitbreiding van het aantal werknemers boven de 120, er dan nog een mogelijk heid bestaat om het gebouw uit te breiden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 675