17 OKTOBER 1968 657 De heer VAN CAULIL vraagt het voorstel te beperken in deze zin, dat nu alleen besloten wordt het gebouw te huren en dan later te ko men met een voorstel, waarbij de stichting voorgesteld wordt en waar bij de exploitatie-overeenkomst wordt aangeboden. Het lijkt hem zo voornaam, om straks iets van de wijze van exploitatie te vernemen, dat hij daar graag een apart voorstel voor ziet. Mevrouw VAN MIERLO zegt blij te zijn met de uitleg die zij ge kregen heeft. Zij had liever gezien, dat het complex in het voorstel nader omschreven was, omdat zij met de berekening van de waarde van het gebouw dan ook tot een ander bedrag was gekomen. Boven dien had zij graag gezien, dat het gebouw toch geschat was in ver band met de vastgestelde huurprijs. Wethouder VAN BIJNEN wil eerst terugkomen op de vraag, die de heer van Loon in tweede instantie heeft gesteld. Er is een mogelijk heid om de exploitatie te laten plaatsvinden op de manier zoals de heer van Loon gesteld heeft. Het gaat echter nu om het huren van het gebouw. Later kan nog door de raad besloten worden de wijze van exploitatie te nemen, zoals nu door de heer van Loon voorgesteld. Spreker is er niet helemaal zeker van of het college dit ook al niet besloten heeft. Het is namelijk een stuk, dat al zo lang in behandeling is en naderhand heeft hij het niet meer nagekeken. Aan het adres van de heer van Caulil zegt spreker, dat er straks in elk geval nog een voorstel aan de raad gedaan zal worden over de wijze van subsidiëring van de beheersstichting, zoals dat bij alle ge meenschapshuizen het geval is. Daarbij komt dan ook aan de orde de samenstelling van de stichting en daarbij zal ook uitgezocht worden of er personen voor gevonden kunnen worden die niet allen in Ginne- ken wonen. Misschien is het ook niet noodzakelijk in de stichting an dere mensen dan Ginnekenaren te betrekken, omdat we er alleen maar van verzekerd moeten zijn, dat het complex goed geëxploiteerd wordt. De heer VAN LOON vraagt wat er gedaan zal worden als er geen personen voor de stichting gevonden worden. Wethouder VAN BIJNEN zegt, dat dan de gemeente het zelf zal moeten doen. Aan het adres van de heer van der Werff zegt hij, dat hij van mening is, dat er bij dit voorstel geen sprake meer is van een hulpactie. Dit gebouw dreigt nu voor de gemeenschap verloren te gaan, omdat het kerkbestuur het wilde verkopen. In dat geval zoude gemeente voor de moeilijkheid hebben gestaan om voor de Beelde naar, voor de muziek- en balletschool en voor de groeiende gemeen schapsactiviteiten een andere oplossing te zoeken en dan was er voor het college geen aanleiding geweest om dit voorstel te doen. Over de wijze van exploitatie zal een nieuw voorstel gedaan worden, omdat er toch een voorstel zal moeten worden gedaan om de beheersstich ting te subsidiëren, want die zal toch de kapitaallasten gesubsidieerd moeten krijgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 683