662
17 OKTOBER 1968
normaal. Met de wens van mevrouw de Bonte inzake de bezetting
van de bovenwoningen zal rekening worden gehouden.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
39. VASTSTELLING VAN EEN GEMEENTELIJKE REGELING VOOR DE
SUBSIDIERING VAN DE INSTELLINGEN VOOR DE GEZINSVER
ZORGING.
De heer KRAMER zegt, dat de instellingen voor gezinszorg in de
gemeenschap een belangrijke taak hebben. Uit het voorliggende
voorstel blijkt, dat de aanvrage om hulpverlening versneld is. De ge
volgen van de nieuwe financieringswijze zal de verdere doelmatig
heid ten goede komen. Gaarne spreekt hij namens zijn fractie zijn
waardering voor het voorstel uit, waaruit de lering kan worden ge
trokken, dat subsidieregelingen zo nu en dan aan een kritisch onder
zoek moeten worden onderworpen. De Protestants Christelijke fractie
zal met genoegen dit voorstel ondersteunen.
De heer VAN GASTEL spreekt zijn voldoening uit over het feit
dat de gemeente voornemens is aan de ongezonde en ongewenste si
tuatie, dat de algemene bijstandswet fungeert als aanvullend sub
sidie-instituut voor gezinszorg een einde te maken. Daarom is hij
bijzonder met dit voorstel ingenomen. Dit neemt echter niet weg
dat hij toch de vraag wil stellen, waarom het 2 jaar geduurd heeft
voor dit voorstel kwam, terwijl de minister van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk reeds op 10 augustus 1966, blijkens de toe
lichting bij het stuk een duidelijk standpunt bepaald heeft ten aan
zien van de verhouding algemene bijstandswet en subsidiëring ge
zinszorg enerzijds en subsidiëring gezinszorg door de gemeente en
financiële verhouding tussen rijk en gemeente anderzijds.
Is het de gemeente bekend, vraagt spreker, dat van rijkswege in de
subsidieregeling gezinszorg de mogelijkheid is geopend voor instel
lingen van gezinszorg om aangewezen te worden als A-instelling en
dat zulks medebrengt, dat van rijkswege in dat geval een gelijk
subsidiepercentage van 40% wordt gegeven voor alle verleende hulp
in plaats van 35% zoals uit de voorliggende stukken blijkt voor ver
zorgsters en bejaardenhelpsters en 25% voor hulpverlening door
helpsters? Het wil hem voorkomen, dat hier wellicht de katholieke
instelling voor gezinszorg voor in aanmerking kan komen. Nu de ge
meente voornemens is in het tekort te gaan subsidiëren, rijèt bij spre
ker de vraag of het punt om te komen tot een A-instelling met de
eerdergenoemde instelling is besproken en wat er eventueel gedaan
wordt om een en ander zo spoedig mogelijk te realiseren, omdat het
anders de gemeente extra geld kost.
Spreker voelt het als een gemis, dat bij het voorstel de voorwaarden,
die de subsidiënt mogelijk gaat stellen, niet zijn overgelegd. Voor
heen gaf de gemeente::dezelfde subsidie als het rijk en het komt hem
voor, dat bij het verlenen van een extra subsidie bepaalde voorwaar
den zullen worden opgelegd. Hij vraagt of er voorwaarden zijn en zo