672 17 OKTOBER 1968 is of deze taken naar behoren zullen kunnen worden vervuld binnen het raam van de thans door gedeputeerde staten voorgestelde grens correcties. Voor wat de woonfunctie betreft dient gesteld te worden dat thans reeds van een noodsituatie sprake is. In de nota van toelichting van gedeputeerde staten wordt gezegd, dat Breda in de eerstvolgende vijf jaar in de behoefte aan bouwterrein kan voorzien. Bij de laat ste begrotingsbehandeling heeft spreker reeds geconstateerd, dat al le beschikbare bouwterreinen binnen de gemeente reeds met bestem mingsplannen zijn belegd. Met het bouwrijpmaken van nieuwe ter reinen zijn jaren gemoeid, zodat het niet denkbeeldig is, dat de wo ningbouw en de voortzetting van bouwstromen in het gedrang gaan komen. In dit verband lijkt het hem zeer noodzakelijk, dat op kor te termijn een hernieuwd overleg met de gemeente Prinsenbeek dient plaats te hebben over de Haagse Beemden. Dit sluit niet uit, dat hij en zijn fractie met het college van mening zijn, dat op kor te termijn met alle bij de annexatie betrokken gemeenten overleg dient te worden gepleegd over de ontstane situatie. Met het college hoopt en vertrouwt hij, dat de wettelijke procedure kort na 1 decern ber zal kunnen aanvangen en dat de tijdsduur zoveel mogelijk be perkt zal worden. Hij wil zich gaarne aansluiten bij hetgeen door de heer van Loon is gezegd ten aanzien van te annexeren gemeen ten en hij wil daarbij stellen, dat ook zijn fractie als het zover is, al het hare zal bijdragen voor handhaving van de bestaande leefge meenschappen in die gemeenten. De VOORZITTER dankt namens het college de sprekers voor de objectieve wijze, waarop dit voorstel vanavond in de raad behan deld is. Het is de gewoonte bij dit soort zaken opgewonden te rea geren, maar of dit altijd verstandig is, is een andere zaak. De ob jectiviteit en de constructiviteit zijn in deze zaak blijkbaar heel erg moeilijk, terwijl er toch voldoende gronden zijn om een derge lijk voorstel van gedeputeerde staten positief tegemoet te treden en daarin ook die dingen te zien, die er bepaald positief in zitten. De heer van Loon heeft gezegd, dat het jammer is, dat dit voorstel niet gebaseerd is op een streekstructuurplan. Uiteraard zegt spreker hebben gedeputeerde staten in hun gedachten over de structuur van West-Brabant de ruimtelijke structuur van Breda mede bij dit voor stel betrokken. Men moet niet denken, dat dit voorstel niet ook ge baseerd zou zijn op planologische maatregelen. Verder wil spreker iets zeggen over de aanvaardbaarheid van dit voorstel en over de redenen, waarom het college gemeend heeft dit voorstel op deze wijze in dit stadium te behandelen. Het informele karakter van dit plan betekent eigenlijk dat het college van gede puteerde staten vrijblijvend het plan heeft ingediend om dit met de betrokken raden te bespreken en daarvan de eerste reacties te ont vangen. De procedure is nu, dat vóór 1 december 1968 de 4 bij de grenswijziging betrokken gemeenten bij de provincie gereageerd moeten hebben en dan zal door gedeputeerde staten de procedure officieel in gang worden gezet. Dit is de reden, waarom het college gezegd heeft, dat de reactie in dit stadium sober kan zijn, omdat er in de officiële procedure nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 698