674 17 OKTOBER 1968 zeer verstandige dingen gezegd meent spreker. Van zijn kant zegt hij dat het annexeren van grote gebieden en van hele dorpen zelfs een bijzonder grote verantwoordelijkheid meebrengt voor de grote stad en dat het zelfs kan gebeuren dat het onrendabel investeringsplan van de stad Breda in dat opzicht belangrijke wijzigingen zal moeten on dergaan. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 41. WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVOR DERING VAN LEGES. (DIT VOORSTEL IS AANGEHOUDEN IN UW VERGADERING VAN 12 SEPTEMBER 1968). De heer VAN DER ZWAN zegt het jammer te vinden dat het voor stel, dat hij hieromtrent in de vorige vergadering heeft gedaan, door het college niet kan worden overgenomen, omdat het bepaalde tech nische moeilijkheden meebrengt. Hij en zijn fractie zijn wel bereid het voorstel aan te nemen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 42. HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET BOUWEN VAN EEN KLEEDPAVILJOEN ANNEX CLUBHUIS OP HET SPORTPARK B AAN DE CLAUDIUS PRINSENLAAN EN TOT ON DERHANDSE AANBESTEDING HIERVAN. Mevrouw JdGER merkt op dat het college haar fractie vrijwel al tijd aan zijn zijde heeft gevonden bij voorstellen om voorzieningen voor de sport. Bij het onderhavige voorstel ziet het ernaar uit dat de wegen gaan scheiden. Men heeft namelijk aan de raad een fragment uit één sector van de sport voorgezet, hetwelk haars inziens in strijd is met de juiste toedeling aan de verschillende functies, waardoor helaas met een tekort aan middelen een zo efficiënt mogelijke ver deling per sector wordt beoogd. Graag zou zij het beleid van het college, dat erop gericht is met de beschikbare middelen optimaal te manoeuvreren op een redelijk niveau steunen. Zij en haar fractie zegt spreekster.i^ijhvan mening, dat de hiergenoemde clubs voor zieningen moeten hebben en ook vindt zij het reëel dat men een aantal kleed ge le genheden en douches gaat aanleggen, waardoor men de junioren en de senioren en uiteraard ook de jongens en meisjes wil scheiden. Ook een kantine zal aanwezig moeten zijn. Zij en haar fractie zouden er zelfs toe over kunnen gaan met dit voorstel mee te gaan als zij de overtuiging hadden, dat het bedrag van de investering voor deze kantine uit de exploitatie zou kunnen komen. Hoe ziet het college de inkomsten van het restaurant en op welke wijze denkt het de exploitatie te voeren. Waarom geen gebruik ge maakt van het vlakbij gelegen motel of van het sportcentrum. Bei de inrichtingen kunnen naar haar mening nog wel wat klantjes ge bruiken. Hoezeer zij ook van mening is, dat deze voorzieningen er moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 700