17 OKTOBER 1968 679 vraag op welke wijze men de exploitatie van het restaurant denkt uit te voeren. De heer KRAMER zegt in eerste instantie te hebben gesproken over objectieve en subjectieve elementen maar na de verdediging van de beide wethouders meent hij, dat men de constructieve er ook nog bij moet voegen. Hij hoopt, dat het een mooi gebouw voor de omgeving zal worden met een uitnodigend en een inspirerend ka rakter en dat er een frequent gebruik van zal worden gemaakt. Hij verklaart zich akkoord met het voorstel. De heer KROON zegt, dat de verdediging van de beide wethou ders en die van de wethouder van openbare werken nog wel het meest hem aangesproken heeft. Hij kan niet zeggen, dat hij zijn stem "con amore" aan het voorstel geeft, maar hij is toch wel bereid met het voorstel mee te gaan. De heer MELZER zegt, dat het stuk van het college hem niet heeft kunnen imponeren, evenmin als de opmerkingen van de heer van Loon. De vraag is waar hier het knelpunt ligt en waar die hoge prijs vandaan komt. Het antwoord daarop is, dat dat de kosten van de architect zijn, omdat die architect met het plan is gaan spelen. Die architect is in dit geval de dienst van openbare werken, die in dit geval een bijzonder dure architect is geweest. Die dienst heeft een driedelig gebouw opgesteld en dat is niet drie in de pan, maar drie uit de pan van de gemeente. Het is duidelijk zegt hij, dat een dergelijk gebouw aanzienlijk duurder is dan de traditionele bouw. Men kan nu wel stellen, dat hier speels te werk moet worden ge gaan, maar dan houdt hij er maar rekening mee, dat 90% van het Nederlandse volk traditioneel woont: recht toe, recht aan. Deze factor acht hij verantwoordelijk voor de enorm hoge bouwkosten. Hij en zijn fractie willen zich gaarne akkoord verklaren met het program ma van eisen door de sport gesteld, maar diezelfde voorzieningen kunnen in een acceptabel gebouw ondergebracht worden met een kantine, voor de helft van de prijs. Spreker is het eens met de heer van Loon als deze zegt, dat, als hij het bestek ziet het niet duur is, maar in het bestek zit het hem nu net niet. De heer VAN DER ZWAN zegt, dat het stedebouwkundig aspect, dat door wethouder Vermeulen is aangevoerd, een belangrijke rol heeft gespeeld. Naar zijn smaak is de Claudius Prinsenlaan de mooi ste laan van Breda. Een dissonant kunnen we daar niet hebben. Het sportveldencomplex en het daarop te stichten gebouw liggen vlak tegen de grote weg aan en daarom is hij van mening, dat dit ter rein inderdaad moet worden opgevuld met een gebouw, dat niet af steekt tegen de rest van de gebouwen die er zijn zoals het motel en het sportcentrum. Deze overweging is voor spreker's fractie aanlei ding geweest om met het voorstel mee te gaan. Tegen het aanvan kelijk plan had zijn fractie bezwaar, maar dat was ook 20% duurder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 705