680 17 OKTOBER 1968 De heer VAN LOON zegt nog, dat in het voorstel staat, dat het bedrag is opgenomen in het onrendabel investeringsplan 1968/1969. In dat plan is voor 1968 een bedrag van twee ton opgenomen en voor 1969 een bedrag van 272.500, In het investeringsplan 1969-1973 kan hij hiervan echter niets meer terug vinden. De VOORZITTER antwoordt dat het investeringsplan pas in no vember aan de orde komt. Wethouder VAN BIJNEN antwoordt aan mevrouw Jager, dat het plan zo'n haast heeft omdat in het volgend seizoen de kleedlokalen noodzakelijk in gebruik genomen moeten worden en dat het colle ge zich nog beraadt over de vorm waarin het restaurant geëxploi teerd zou kunnen worden. Dit moet nog overlegd worden met de genen, die er straks gebruik van gaan maken. Wethouder VERMEULEN zegt, dat hij het jammer vindt, dat de heer Melzer de duurte van het gebouw heeft toegespitst op een fa len van de dienst van openbare werken. Hij zegt er behoefte aan te hebben de dienst te verdedigen, omdat de heer Melzer in gebreke blijft met de bewijsvoering voor zijn bewering. Hij beweert wel, maar hij bewijst niets. De heer Melzer, zegt spreker, heeft in de afdeling voor openbare werken volop de gelegenheid gehad om het geen hij beweert te bewijzen, maar dat hij dat niet gedaan heeft. De heer MELZER zegt bij interruptie, dat hij zich in de afde ling voor openbare werken direct tegen dit voorstel heeft uitgespro ken. Wethouder VERMEULEN zegt niet te hebben beweerd, dat de heer Melzer zich in de afdeling niet tegen het voorstel heeft uitge sproken. Hij heeft dat vanaf het begin tot het laatste toe gedaan. Wel heeft spreker gezegd, dat de heer Melzer beweert, dat het plan enorm duur is. Bij de stemming, die over dit voorstel gehouden wordt, worden 33 stemmen uitgebracht, waarvan 30 voor en 3 tegen het voorstel. Tegen het voorstel hebben gestemd mevrouw Jager en de heren Mel zer en van Werkhooven. 43. RONDVRAAG. De heer BA YENS zegt, dat hij de vraag, die hij wil stellen, reeds geformuleerd had, maar dat hij door een artikel in de krant van vandaag nog gesterkt wordt om ze te stellen. Het college doet en deed veel om de oude stadswijken te saneren, maar ook om het centrum van de stad tot een domein van het kopend publiek te ma ken. Nog vandaag gaf de raad een krediet om een gedeelte van de Ginnekenstraat te reconstrueren tot voetgangersdomein. Aan de noordzijde vlak achter de Ginnekenstraat floreert een bedrijf, dat naar zijn aard beter in een landelijke omgeving thuishoort. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 706