688
14 NOVEMBER 1968
J. F.V.VERMEULEN, DRS. Y.P. W.VAN DERWERFF, F. VAN WERK -
HOOVEN, F.C. M. WIERCKX, J. WOESTENBERG, W. VAN DER ZWAN.
Afwezig: de heren J. C. A. JANSEN en F. J. MELZER.
Voorzitter: de heer IR. W. J. L. J. MERKX.
Secretaris: de heer DR. J. P. A.VAN DEN DAM.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van
orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heer F. J.
Melzer, die ziek is.
De VOORZITTER wenst de heer Melzer van harte beterschap.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. NOTULEN.
De notulen van 12 september 1968 worden ongewijzigd vastge
steld.
2/3/4. INGEKOMEN STUKKEN.
Het stuk genoemd onder no. 2 van de agenda wordt ter afdoening
in handen gesteld van burgemeester en wethouders.
Het stuk genoemd onder no. 3 van de agenda wordt om preadvies
in handen gesteld van burgemeester en wethouders.
De VOORZITTER zegt dat gebleken is dat het stuk genoemd onder
4b van de agenda niet ter visie gelegen heeft en stelt daarom voor dit
stuk opnieuw te agenderen voor de vergadering van december 1968.
De heer VAN CAULIL zegt dat onder punt 4b door burgemeester
en wethouders wordt medegedeeld, dat er een schrijven is ingekomen
van de Bond van Keurmeesters van vee en vlees, betreffende een aan
genomen motie inzake de aanwijzingen als export-slachthuizen.
De organisatie, zo merkt spreker op, schrijft iets omtrent een gevoe
lige achteruitstelling of een vermindering van de waardering van de
hulpkeurmeester. Hij vraagt of dit van toepassing geacht moet wor
den op de keurmeesters van het openbaar slachthuis.
Er zijn feiten bekend dat ook zij ontevreden zijn en daarom zou spre
ker gaarne van burgemeester en wethouders vernemen hoe in verband
met dit schrijven gehandeld moet worden ten opzichte van de op het
Bredase slachthuis werkende mensen.
