14 NOVEMBER 1968
701
er een algemeen directeur boven stelt. Zij blijven op het oude ni
veau. Overigens lijkt hem schaal 78 voor iemand van formaat toch
iets te laag.
Spreker is van mening dat de twee organen Stadsschouwburg en Beyerd
zo spoedig als dit mogelijk is gescheiden moeten worden. De ontwik
keling van deze twee organen mag niet gebonden worden aan een
strakke organisatievorm, aan een bepaalde afspraak of aan een be
paalde diensttijd. Dit moet niet stroef maar soepel kunnen gebeuren.
Bij het beleidsadviesorgaan is gesproken over de voorzitter. Spreker's
fractie maakt er geen halszaak van of de wethouder van culturele
zaken voorzitter is of een ander.
Hij is van mening dat men de voor- en nadelen voor beide functies
kan gaan turven.
Zoals het voorstel van burgemeester en wethouders er thans ligt, mag
naar zijn oordeel de wethouder voorzitter zijn.
Indien hij echter daarin moet verwerken wat de heer van der Werff
heeft gezegd over de openbaarheid, dan moet hij verklaren zich daar
niet mede te kunnen verenigen, omdat de kans aanwezig zou zijn dat
de wethouder politiek ernaast zou komen te staan buiten de raad om,
Indien hij het zo mag zeggen: "Hij zou zijn hals kunnen breken".
Spreker gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethou
ders over de voorzitter van het beleidsadviesorgaan, doch is van me
ning dat in het reglement ook moet worden opgenomen dat er een
vice-voorzitter is. Met name in de jeugdadviesraad is deze er niet.
De aanwezigheid van een vice-voorzitter zal voor de continuering
van het beleid beter zijn.
Spreker is verheugd dat bij de behandeling van de nota gebleken is
dat burgemeester en wethouders positief staan tegenover het plaats
nemen van jonge mensen in het beleidsadviesorgaan. Dit kan echter
niet zonder dat er presentiegelden worden gegeven. Deze jonge men
sen kunnen niet voor een vergadering om 3. 00 uur worden opgeroe
pen zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen. Spreker is van
oordeel dat dit niet verantwoord is en dat er dan een schijnvertoning
wordt gegeven indien gezegd wordt: "de jeugd moet erin", zonder
dat er iets voor de jeugd gedaan wordt. Deze jonge mensen staan
aan het begin van hun maatschappelijke positie en daarom zou het
onverantwoord zijn. Daarom pleit spreker voor een vergoeding voor
de jonge mensen voor hetgeen zij doen. Met de uitlating dat de jon
geren erbij moeten zijn is hij zeer gelukkig, omdat de cultuurwereld
zonder de jeugd eigenlijk onmogelijk is.
In artikel 3 van de beheersverordening staat dat burgemeester en wet
houders de vervanging van de directeur regelen. Ook de heer van Dun
heeft hierover gesproken.
Het is eigenlijk organisatie. Het staat formeel juist, maar een orga
nisatie is dan pas goed wanneer deze ook dynamisch is. De leiders
van het culturele patroon zullen voor hun werk niet altijd achter hun
bureau zitten en daarom pleit hij voor zo spoedig mogelijke vervan
ging op niveau van de nog te benoemen algemeen directeur. Het zal
de totaliteit ten goede komen als gezorgd wordt voor een hele goede
en juiste vervanger.