706
14 NOVEMBER 1968
de gemeenteraad is aanvaard. Degene, die de cultuurnota nu nog
eens rustig en goed doorleest, zal dan toch tot de overtuiging ko
men, dat daarin alle mogelijkheden zijn neergelegd voor degenen
die zich met de uitvoering van de cultuurnota moeten gaan bezig
houden.
Dit is op de eerste plaats natuurlijk de directeur van de cultuurdienst.
Spreker gelooft dat men het alleen maar zal kunnen toejuichen wan
neer deze directeur na zijn benoeming brandend van verlangen zal
zijn om bijzondere initiatieven te nemen, Hij zal de cultuur moe
ten behartigen in de meest uitgebreide zin des woords zonder ge
remd te zijn door bepaalde regels, die links of rechts geschreven
zijn, mits hij zich houdt aan zijn algemene taak en dat is de cul
tuurbevordering in Breda en misschien op langere duur ook in Breda
en de naaste omgeving.
De vraag is gesteld waarom alle directeuren, die in het raadsvoor
stel worden genoemd niet door de gemeenteraad benoemd worden.
Spreker is van mening, dat de heren die de Schouwburg, de Beyerd
en de muziekschool leiden de titel van directeur moeten behouden;
er is geen directe aanleiding om hun de huidige titel van directeur
te ontnemen. Doch afgezien daarvan is hij van oordeel dat bij een
nieuwe benoeming van een directeur van de schouwburg, Beyerd en
muziekschool het beslist niet verstandig zou zijn aan deze heren de
titel van directeur niet te geven. Men moet zich namelijk voorstel
len dat er in Nederland geen enkele schouwburg is, geen enkel cul
tureel centrum en geen enkele muziekschool waarvan de leider niet
de titel van directeur heeft. Bovendien gelooft spreker dat het in de
externe verhoudingen voor deze mensen bijzonder moeilijk zal zijn,
wanneer hun de titel van directeur niet zou worden gegeven.
Overigens is de titel van directeur van een bepaald onderdeel van een instituut
werkelijk geen vreemde zaak. Men ziet dat ook in het bedrijfsle
ven. Hier treft men vaak een algemeen directeur aan of een direc
teur, die dan een directeur is in de zin van het wetboek van koop
handel en meerdere anderen, die directeur zijn van bepaalde onder
afdelingen zoals productie enz. Zelfs ziet men dit in het ambtelijk
apparaat. In de gemeente Eindhoven hebben de afdelingschefs allen
de titel van directeur. Daarom is het niet zo vreemd dat in Breda
voor de directeuren van stadsschouwburg, Beyerd en muziekschool
de titel van directeur wordt gehandhaafd. Zoals echter in de laatste
alinea van bladzijde 1 van het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt gesteld dienen zij de richtlijnen betreffende het alge
meen te voeren beleid in acht te nemen. Dit beleid wordt dagelijks
uitgevoerd door de directeur van de cultuurdienst.
Spreker gelooft dat het niet verstandig zou zijn de directeuren van
schouwburg, Beyerd en muziekschool door de raad te laten benoe
men. Er is een directeur van het energie- en waterbedrijf, die benoemd
wordt door de raad, maar die werkt met zeer hoge functionarissen,
die niet door de raad benoemd worden. Er is een directeur van
openbare werken, werkend met zeer hoge functionarissen, die ook
niet door de raad benoemd worden.