712
14 NOVEMBER 1968
niet besloten moet worden, dat de vergaderingen of adviezen van
de culturele raad openbaar moeten worden.
Over het cultuurbegrip blijft spreker met de wethouder van mening
verschillen.
Dit is een kwestie van visie op het gehele cultuurbegrip. Maar ook
hier moet hij zeggen dat hij bijzonder blij is uit de mond van de
wethouder te mogen noteren, dat hij onder cultuurbehartiging met
name naar de culturele dienst en culturele raad ziet en dat die cul
tuurbehartiging zal plaatsvinden in de meest uitgebreide zin des
woords.
Spreker heeft niet gesteld dat de bestaande directeurstitels ontno
men moeten worden. Hij heeft alleen zijn angst geuit voor een
veelheid van directeuren binnen een belangrijke maar kleine dienst.
Ten aanzien van het antwoord van de wethouder over de benoeming
van de directeur van de Stadsschouwburg en de Beyerd door de ge
meenteraad, moet spreker opmerken dat het argument van analogie
met andere takken van dienst hem niet aanspreekt.
Hij heeft al eens een antwoord van burgemeester en wethouders op
een vraag gekregen waarin stond als slotzin dat men niet alles klak
keloos moet overnemen.
Het argument dat het bij andere diensten geen gebruik is deze func
tionarissen door de gemeenteraad te doen benoemen is voor hem
persoonlijk geen argument om het bij de cultuurdienst niet te doen.
Met burgemeester en wethouders is spreker van oordeel dat het
scheiden van Stadsschouwburg en Beyerd thans niet ter zake is.
Via de voorzitter wilde hij tegen de heer Spanjer zeggen dat hij de
indruk heeft dat een opmerking van hem misschien sloeg op datge
ne wat spreker gezegd heeft over het zweverig cultuurbeleid. Mis
schien zou die zweverigheid inderdaad door hem geconstateerd kun
nen worden wanneer hij het heeft over een creatieve adviserende en
initiërende gang van zaken bij de culturele raad. Hij dacht dat de
culturele raad geen beleid voert en dat hij dan niet anders kan ver
wachten dan dat de culturele dienst en de wethouder een zakelijk en
realiseerbaar beleid gaan voeren.
Spreker heeft er geen enkel bezwaar tegen als de culturele raad zich
eens wat te buiten gaat aan het niet direct haalbare. Dat lijkt hem
voor een adviescollege juist in deze sector niet onoverkomelijk.
De heer VAN DER WERFF dacht dat hij in een fiks galopje was en
zeker niet dat hij min of meer onwijs of op hol was. Daarom wil hij
toch wel eventjes op de openbaarheid terug komen. Raymond Aron
zegt: "les regimes démocratiques sont des régimes d'experts sous la
direction d'amateurs".
Indien hij daarnaast de redevoering van de rector magnificus van de
Nijmeegse Universiteit ter gelegenheid van de 45e dies natalis leest,
dan ziet hij daarin dat de ambtenaren een grote invloed hebben op
de bestuursmaatregelen. Dat kan ook natuurlijk niet anders en Van
Wijnbergen heeft daar een serie beschouwingen aan gewijd in die
oratie. Dat maakt het voor de burger soms moeilijk om te begrijpen
waarom iets gebeurt en waarom soms iets niet geïnitieerd wordt.