717 14 NOVEMBER 1968 Mevrouw JaGER vraagt of het niet mogelijk is dat door burgemees ter en wethouders een voorstel wordt gedaan aan het bestuur van deze stichting om een andere naam te verzinnen voor het Gesticht voor Oude Vrouwen. Spreekster vindt het erg ouderwets en eigenlijk volko men in strijd met de moderne aanpak van de bejaardenzorg. Wanneer iemand gevraagd wordt of moeder in het bejaardentehuis is kan toch moeilijk geantwoord worden: Nee, in een gesticht voor oude vrouwen. Wethouder VAN BOXTEL antwoordt dat de naam "Het Gesticht voor Oude Vrouwen" de officiële naam is. In de wandeling heet deze instelling: "Het Tehuis voorOude Dames". Het is hem bekend dat men bij het instituut met een grondige reorganisatie doende is. Het is best mogelijk dat hieruit ook een naamswijziging voortvloeit. Spreker weet niet of dit mogelijk is. Het tehuis is ontstaan uit een legaat en daaraan zijn meestal histo rische voorwaarden verbonden. Burgemeester en wethouders zijn hier over in gesprek. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 13. AANSCHAFFING VUIL BESTRIJD ING SMACHINE TEN BEHOEVE VAN SPORTDIENST. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 14. NOTA OVER AFSCHRIJVING OP DUURZAME ACTIVA. De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Broeders voor een verklaring. Wethouder BROEDERS deelt mede dat in de vergadering van de af deling voor de financiën er een algemene klacht is geuit dat er een te korte tijd was gegeven om dit vrij omvangrijke en belangrijke on derwerp te bestuderen. Dit werd bovendien in de hand gewerkt omdat de vergadering nog een dag eerder werd gehouden dan gebruikelijk. Dit was het gevolg van de omstandigheden dat spreker anders niet de vergadering kon hebben bijgewoond en dit toch wel op prijs stelde. Bovendien moest men vaststellen dat door het ontbreken van de heer van Gastel en de afwe zigheid van de heer Melzer wegens ziekte de afdelingsvergadering zwak was bezet. Dit is in de vergadering van burgemeester en wethouders besproken en zij hebben begrip voor de opmerkingen, die in de vergadering van de afdeling gemaakt zijn en geven de leden van de gemeenteraad gaarne de gelegenheid om de nota nader te bestuderen. In een later stadium zullen burgemeester en wethouders op de punten van de nota, die geen gevolgen hebben voor de begroting 1969 terug komen. Ten aanzien van de andere punten was er in de afdelingsver- gadering voor de financiën overeenstemming. In de nota is op de eerste plaats een aantal punten vastgelegd, die in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 743