722 14 NOVEMBER 1968 waardige partners, doch spreker is van mening dat deze eventueel geïnteresseerden niet op de hoogte zijn gesteld en dat had hij gaarne gezien. Spreker besluit met de mededeling dat hij tegen dit voorstel van burgemeester en wethouders zal stemmen omdat men er niet bij voorbaat vanuit dient te gaan dat de gemeenteraad alleen maar ja en amen mag zeggen. De heer VAN DER WERFF is van oordeel dat er soms een groot probleem kan ontstaan om een gerestaureerd project een geïntegreer de functie in de samenleving te geven. Dat blijkt bijvoorbeeld bij molens heel moeilijk en dat zal bij de Vishal ook een probleem geweest zijn. Hij is van oordeel dat het voorstel van burgemeester en wethouders op zichzelf wel degelijk een oplossing voor de vraag, wat er met de vishal moet gebeuren, geeft. Dat daarbij een deel van de vishal van binnen een bouwsel krijgt is natuurlijk architectonisch ei genlijk wel betreurenswaardig, maar anderzijds is de rijksdienst voor monumentenzorg zo dicht daarbij betrokken, dat ervoor gewaakt zal worden, dat dit toch wel de beste voorziening zal zijn. Dat daarbij voor de N. V.die zich als huurster heeft opgeworpen, de mogelijkheid tot onderverhuur bestaat in het contract, waardoor de detailhandel van vis en bloemen en bovendien de amateur filate listen zich daar thuis kunnen voelen, komt spreker aantrekkelijk voor, omdat daardoor de haven, die eigenlijk toch wel dood is gevallen, hoewel oorspronkelijk het economische centrum van de stad, tot nieuw leven kan komen. Spreker is verheugd dat in het huurcontract de verplichting is opge nomen voor de huurder tot schoonhouden van de omgeving. Wellicht kan die verantwoordelijkheid worden doorgespeeld naar de onderver huurder. Juist dit gevaar lijkt hem niet gering. Het zou anders een beetje een vieze boel kunnen worden van papieren enz. Toezicht hierop zal zeker gewenst zijn. Hij is van oordeel dat op deze manier hier toch een goede voorzie ning is getroffen. De heer VAN CAULIL was eigenlijk al ruimschoots geïnformeerd over het gebruik van de vishal in de vergadering van de afdeling voor openbare werken. Nu vorige sprekers een paar punten aan de orde ge steld hebben, wil hij toch ook nog graag op een paar punten terug komen, die hij reeds in de afdelingsvergadering heeft gesteld. Een huur van 600, per jaar is zo op het oog geen bedrag, maar in de afdelingsvergadering is hem duidelijk gemaakt dat de ver- bouwingskosten voor rekening van de huurster komen. Aan de hand van de verbouwingsaanvraag kan er vastgesteld worden dat huurster voor 35.000, gaat verbouwen. De huur wordt aangegaan voor 10 jaren. De huurster investeert dus in de hal voor 3.500, per jaar. Daarmede is de totale investering van huurster niet afgelopen, want dit is alleen maar uitwendig. Inwendig komen er natuurlijk nog heel andere bedragen kijken. Men kan dus van het huurbedrag niet zeg gen dat dit voor een normaal gebouw wordt gevraagd, doch huurster

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 748