726 14 NOVEMBER 1968 De heer VAN BANNING zegt het bijzonder jammer te vinden dat de namen van de heer Woestenberg en van hem zijn genoemd en dat de wethouder bijzondere bezwaren heeft met betrekking tot het feit dat er vragen zijn gesteld inzake het verlenen van een bouwvergun ning voor de vishal. Hij heeft alleen maar het feit willen constate ren, dat die vergunning was verleend. Er had ook in de stukken kun nen staan dat dit verder geen consequenties had. Hij neemt dit gaar ne van de wethouder aan en heeft er geen moment aan getwijfeld. Spreker is bijzonder gelukkig met de mededeling van de wethouder dat burgemeester en wethouders ten opzichte van de raad niet zelf standig hebben willen beslissen, ofschoon zij dit hadden kunnen doen. Aan de andere kant vindt hij het een beetje ongelukkig indien wet houder Vermeulen zegt, dat dit is geschied omdat het hier om zo'n belangrijk punt gaat als de vishal. In het kader van de openheid, waarover zo dikwijls wordt gesproken, is spreker van oordeel dat in de gemeenteraadsvergadering gemakkelijk over een zaak als de ze gesproken moet kunnen worden. Hij neemt zonder meer aan dat de verleende bouwvergunning geen consequenties heeft als de raad niet met het voorstel van burgemees ter en wethouders akkoord zou gaan. Voor wat "hem betreft moet spreker een uitdrukkelijk bezwaar maken tegen de uitdrukking "handje klap" en "zaken doen onder tafel". Dit heeft spreker niet gesuggereerd en ook niet willen suggereren. Hij heeft ook gezegd dat hij het plan bijzonder aardig vindt en hij wist dat het een plan was van de heer Stevens. Alleen heeft hij ge zegd dat hij de huur van 600, per jaar voor een dergelijk punt in de stad bijzonder laag vindt. Spreker heeft ook nog de vraag gesteld en hij meende dat de leden van de gemeenteraad over het voorstel in de raadsvergadering mo gen praten, of er nog andere gegadigden zijn benaderd, tJit net antwoord van de wethouder heeft hij begrepen, dat dit niet het ge val is. Er zou nog een andere mogelijkheid zijn geweest. Men zou met de man met het goede idee kunnen gaan praten en hem vragen hoe het op te lossen en wellicht had de gemeente dan zelf wel het idee gehad 35.000, zelf te investeren. De afschrijving van de ze investering behoeft naar zijn mening niet in 10 jaar te gebeuren, doch kan wellicht worden gebracht op 20 jaar. Spreker gelooft dat dergelijke bedrijven redelijke exploitatiemoge lijkheden moeten hebben, maar dat niemand ondersteboven valt van een verbouwing van 35.000,op een dergelijk waardevol punt. Hij heeft de overtuiging dat als iemand met een idee komt dat toch niet wil zeggen dat burgemeester en wethouders zonder meer ge blokkeerd zijn en aan hem gebonden zijn. Spreker wil nog gaarne herhalen, dat zelfs a.1 verbouwt men voor 35.000, --, hem een huur van 600, per jaar te laag is. Wel licht kan de wethouder hem nog mededelen of ook overwogen is om de verbouwing door de gemeente te laten doen en dan een andere huur te bepalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 752