14 NOVEMBER 1968
731
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
33 KREDIET VOOR AANSCHAFFING BROEIBAKKEN EN REGENIN
STALLATIE.
De heer WOESTENBERG zegt dat in het voorstel van burgemees
ter en wethouders is vermeld dat de aanschaffing van de machines
20. 000, -- zullen vergen en 3 werkkrachten zullen vervangen.
Men gaat dan een berekening maken in het voorstel. Indien men
echter goed gaat rekenen, dan betekent de aanschaf van deze ma
chines dat men 3 mensen overbodig gaat maken, afgezien van de
vraag of deze mensen worden gepensioneerd of niet. In ieder geval
zijn er na de aanschaffing 3 arbeidsplaatsen minder. Dit is dus niet
in de zin om werkgelegenheid te scheppen en zeker niet in het hui
dig bestel waarbij steeds meer werkloosheid komt. Spreker is daar
om van mening dat er dan beter een machine weggelaten kan worden
en de 3 mensen rustig aan de arbeid gehouden kunnen worden. Wat
er met de hand gebeurt is meestal beter dan wat er met de machine
gebeurt.
Vervolgens staat er in het voorstel, zo zegt spreker, dat bij toepas
sing van de beregeningsinstallatie dit werk in een handomdraai kan
geschieden, zodat de daaraan verbonden loonkosten zijn te verwaar
lozen. Deze te verwaarlozen loonkosten worden echter niet vermeld.
Dit noemt spreker jammer want dan had men wel iets kunnen bere
kenen.
Het hoofdpunt blijft voor hem in ieder geval de arbeidsplaatsen.
Wethouder VERMEULEN zegt dat in het vorig besproken voorstel
van burgemeester en wethouders werd verlangd, dat zij zich zake
lijk opstelden. Thans wordt bij dit voorstel verlangd dat ze een te
gengestelde opstelling innemen. Dit vindt hij een beetje dualistisch.
Maar desondanks wil spreker toch wel begrip hebben voor de sociale
bewogenheid van de heer Woestenberg, maar het getuigt toch niet
van veel vertrouwen in het beleid van burgemeester en wethouders
in dit opzicht. De heer Woestenberg gelooft toch niet dat burge
meester en wethouders zo onsociaal zouden zijn zo het wel zou kun
nen in de ambtelijke wereld, waar de rechtzekerheid zo sterk is als
nergens anders, mensen op straat te zetten.
Spreker dacht dat het veeleer anders lag. Wat hier aan de orde is, is
echt geen uitvinding van de laatste jaren en hij meent dat het pas
aan de orde is gekomen toen er in het personeelsbeleid geen stukken
gemaakt konden worden.
Zowel het een als het ander wijst spreker volslagen af.
De heer WOESTENBERG zegt niet te hebben gesproken over het
op straat zetten van 3 mensen. Door de aanschaffing van deze ma
chines worden er 3 arbeidsplaatsen weggemaakt.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.