27 NOVEMBER 1968 737 De heer Meys sprak in het verleden steeds over „een vagevuur" situatie, waarin de gemeente ten opzichte van de centrale overheid zou komen te verkeren wanneer het principe van de niet sluitende begroting en de daaraan verbonden konsekwenties ter sprake kwamen. Mogelijk was dit schrikbeeld wat overtrokken. Het zou bovendien voor een aantal leden van deze raad nu naar inhoud en betekenis een wat gematigder beeld zijn van de „verschrikkingen", welke ons met de betekenis van dat woord werden voorgehouden. Natuurlijk is het kunnen voeren van een eigen zelfstandig beleid de allereerste voor waarde voor goed bestuur. Een van de taken van goed bestuur is naar mijn overtuiging het opstellen van en werken met een sluitende begroting. Naar mijn mening moet uitgangspunt zijn dat de begroting binnen het kader van de mogelijkheden - desnoods met toepassing van daartoe gestelde maxima - zodanig wordt opgesteld dat wensen en verlangens kunnen worden gerealiseerd. Naarmate de wensen en verlangens van de gemeenschap toenemen, zullen daarvoor - en dat is redelijk - hogere financiële offers door die gemeenschap zelf moeten worden gebracht. Belangrijke kapitaal-intensieve voorzieningen, welke steeds meer nodig zijn, zouden in het licht van dit uitgangspunt door de centrale overheid dienen te worden gefinan cierd. Het is duidelijk dat een Bredase gemeenschap onmogelijk de lasten van Hoog- spoor, afvalwaterzuivering en -afvoerleiding, vuilverwerking, om maar enkele grote kapitaal-intensieve voor de gemeenschap dringend noodzakelijke voorzieningen te noemen, geheel of gedeeltelijk zal kunnen opbrengen. Dit jaar hebben wij en de eerstvolgende jaren mogen wij een sluitende begroting verwachten. KUNSTGREPEN Niettemin dient duidelijk te worden onderkend dat het opstellen van een sluitende begroting steeds moeilijker wordt. Naast een 7-tal tarief- en belastingverhogingen, waarvan de meeropbrengst op 686.200,- wordt geraamd, is toepassing van een tweetal „kunstgrepen" nodig om de begroting sluitend te maken. Met deze kunstgrepen bedoel ik de korrektie op de afschrijvingen van de aktiva ressorterende onder de algemene dienst ten bedrage van 200,000,en de bijschrij ving van het exploitatiesaldo op de boekwaarde van de projekten van het grond bedrijf B (saneringsgebieden) ten bedrage van 1.160.000, De opbrengst van gemeentelijke belastingen en rechten en de overige inkomsten be dragen totaal ƒ8.625.000,zodat bij niet-toepassing van genoemde ingrepen een meer-opbrengst van 1.380.000,had moeten worden verkregen, hetgeen betekent een vermeerdering van eigen inkomsten met ruim 16%. Zolang de wet tot regeling van het gemeentelijke belastinggebied niet in werking is getreden, zijn de mogelijkheden tot verhoging van de tarieven van eigen belastingen, op basis van de huidige, door de centrale overheid vastgestelde normen, beperkt tot 380.000,—. Op de vraag of het college nog andere projekten op het oog heeft, waarvan de lasten thans nog ten laste van de algemene dienst komen, doch waarvan aktivering mogelijk zou zijn, geeft Uw college een ontwijkend antwoord. Ik betreur dit, omdat het toch wel duidelijk is dat de gebruikelijke jaarlijkse uitzetting van het gemeentelijke uit- gavenpakket, niet zal kunnen blijven worden opgevangen door een normale geleidelijke verhoging van eigen inkomsten. Ik zie slechts 2 mogelijkheden, geen drie. Een niet-sluitende begroting acht ik vooralsnog een onjuist uitgangspunt, waarbij komt dat onze gemeente voorlopig nog niet in aanmerking komt voor het verkrijgen van een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 763