738 27 NOVEMBER 1968 Blijven over drastische verhoging van eigen inkomsten, of wederom toepassen van korrekties. Korrekties kan men niet blijvend ongestraft toepassen, terwijl vermeerdering van eigen inkomsten door middel van verhoging van belastingen en tarieven slechts toelaatbaar is wanneer de noodzaak daarvan, na kritische beoordeling van het uitgavenniveau, is aangetoond. In dit verband dient zelfs te worden betwijfeld of een maximaal budgetair voordeel van globaal 2.300.000,bij invoering van de nieuwe onroerend goedbelasting, op de duur wel voldoende ruimte biedt. Op dat ogenblik moet wellicht de rente van de reserves mede een oplossing brengen om het uitvoeren van dringend noodzakelijke voorzieningen mogelijk te maken. Ik vind het in dit verband gelukkig in antwoord op een mijnerzijds gestelde vraag te mogen lezen, dat Uw college en ik het met betrekking tot de mogelijke aanwending van de rente van een gedeelte van de reserves eens zijn. Over de mogelijke aanwending van de bijgeschreven rente van meer reserves dan het door U globaal genoemde bedrag van 7.000.000,verschillen Uw college en ik bepaald wel van mening. Zolang aanwending van de rente van reserves nog niet is vereist, dringt positiebepaling over de vraag van welke reserves de rentebijschrijving eventueel kan worden gebruikt, zich niet op. U kunt ervan verzekerd zijn dat ik terzake diligent zal blijven. Hoewel enigszins vallende buiten de aan de orde gestelde problematiek, welke zich beperkt tot de mogelijkheden van verhoging van eigen inkomsten, acht ik het binnen het vraagstuk van de sluitende begroting, toch wel belangrijk middels Uw college te worden geïnformeerd over de kansen van hogere uitkeringen uit het gemeentefonds (z.g. verfijningsuitkeringen) vanwege de vestiging van K.M.A. en N.W.I.T. Blijkens een verslag in het dagblad de Stem van afgelopen zaterdag heeft de wethouder van financiën jongstleden donderdag op een K.V.P.-vergadering gezegd dat de erken ning van de centrumfunktie van Breda, bij 150.000 inwoners, via de verfijningsregeling een hogere gemeentefondsuitkering van 2.000.000,zou opleveren. In verband met onze steeds moeilijker wordende begrotingspositie is het belangwek kend te vernemen of erkenning van de centrumfunktie spoedig is te verwachten en welke revenuen een dergelijke erkenning bij een inwonertal van 120.000 zou op leveren. NIET GELDELIJK - RENDABEL - INVESTERINGSPLAN Het niet geldelijk rendabel - in wat gemakkelijker spreektaal - onrendabel inves teringsplan heeft in de gewijzigde opzet ongetwijfeld meer inhoud en vooral betekenis gekregen. Een termijn van 10 jaar is lang; een of twee jaar is te kort, zodat een periode van 5 jaar mij alleszins als een akseptabele termijn voorkomt waarbinnen men bepaalde in een beleid passende voorzieningen kan plaatsen. De waarde van een dergelijk plan wordt mijns inziens minder bepaald door de cijfers welke daarin voorkomen, dan wel door de inzet en de nauwgezetheid waarmede het plan wordt opgezet en uitgevoerd, met andere woorden een dergelijk plan moet duide lijk gestoeld op een afgestemd beleid, voldoende doordacht en zodanig flexibel worden opgesteld, dat realisering van een eenmaal geaksepteerd plan een duidelijk hoofdpunt van het beleid vormt. Het wordt daarom door mij in ernstige mate betreurd dat het plan de raad op een dusdanig tijdstip is aangeboden, dat bespreking van en nader overleg over dit plan middels de normale procedure (schriftelijke behandeling) niet wel mogelijk is geweest. Dat het college later - maar te laat - heeft bepaald dat alsnog schriftelijke vragen konden worden gesteld, is te prijzen, doch daarmede is niet bereikt dat voor behande ling van zo'n belangrijk beleidsaspekt voldoende gelegenheid geweest is. Het antwoord op gestelde vragen over het onrendabel investeringsplan bereikte ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 764