27 NOVEMBER 1968
741
Het gaat uiteraard binnen het kader van deze begrotingsbehandeling te ver, de vele
vormen van wenselijk kontakt op velerlei niveaus te bespreken.
Ik ben ervan overtuigd dat ook andere sprekers tijdens deze begrotingsbehandeling de
relatie Overheid-Burgers ter sprake zullen brengen, zodat ik mij zou willen beperken
tot de taak en de funktie van het gemeenteraadslid (als vertegenwoordiger van de
bevolking) in die relatie.
Een gemeenteraadslid draagt een grote verantwoordelijkheid en dient zich die verant
woordelijkheid en zijn/of haar handelen vanwege of vanuit die verantwoordelijkheid
goed en terdege bewust te zijn.
Die verantwoordelijkheid mag zich daarbij, naar mijn oordeel, niet beperken tot de
relatie van het raadslid tot de kiezer, maar zal tevens de houding bepalen in de relatie
van het raadslid tot het college van burgemeester en wethouders, waarbij beide relaties
dienstbaar worden gemaakt aan het samenlevingsverband waarin de taakstelling van
het gemeenteraadslid ligt.
Met alleen een kritische instelling tegenover en het hebben van alleen maar kritiek op
en over het handelen van de Overheid in het algemeen en in dit geval het handelen
van burgemeester en wethouders in het bijzonder, wordt dacht ik geen sfeer geschapen,
waarin het mogelijk is tot optimaal handelen - in dit geval besturen - te geraken.
Van het raadslid individueel en de raad als geheel mag, ja moet, een instelling, een
meedenken en mede-inspireren, op bepaalde niveaus meepraten verwacht kunnen wor
den, omdat slechts in een zodanige samenwerking een beleid met de meeste kansen en
mogelijkheden voor de burgers kan worden gevoerd.
Het werk verbonden aan het raadslidmaatschap is te veelomvattend om als onafhanke
lijk individueel raadslid alle facetten van voorliggende en aan de orde komende vraag
stukken binnen het gemeentelijk kader alleen te kunnen verwerken. De positieve
inbreng van het onafhankelijk optredende raadslid dient zich dan ook noodzakelijker
wijze te beperken tot een zeer incidentele, waarbij komt dat dit raadslid gewoonlijk
verstoken blijft van de nodige informatie, zonder welke een juist inzicht en een goede
beoordeling van vraagstukken niet of nauwelijks mogelijk is.
Het volledig inhoud geven aan het lidmaatschap van de raad en de daaruit voort
vloeiende verantwoordelijkheid zowel naar de zijde van de Overheid als die van de
kiezers zo volledig mogelijk waarmakend, is slechts mogelijk bij het volledig inge
schakeld zijn en geïnformeerd worden over het werk van de raad en de afdelingen van
de raad.
Anderzijds zou daar moeten zijn het regelmatige kontakt van het raadslid met de
kiezers.
Als brug tussen gemeentebestuur en burgers zou het raadslid een belangrijke funktie
kunnen en naar mijn mening moeten vervullen.
Veel te weinig en te incidenteel wordt een beroep gedaan op diensten die het ge
meenteraadslid de burger kan verlenen.
Zoekende naar een oorzaak van het mijns inziens terzake de stimulering van dit kontakt
duidelijk tekortschieten van de politieke partijen, geloof ik dat enerzijds het gangbare
kiesstelsel en anderzijds de politieke instelling van de kiezers hierbij een voorname rol
spelen.
De meeste kiezers zijn bovendien niet zo politiek geëngageerd, dat zij overtuigd zijn
van het belang en de mogelijkheden van de interventie van een politiek vertegen
woordiger.
Als men overtuigd is van de belangrijke funktie die het gemeenteraadslid in de relatie
tussen burger en Overheid kan vervullen en ik ben daarvan overtuigd dan zal de
burger (de kiezer) niet alleen én spoedig duidelijk gemaakt moeten worden, dat hij te
allen tijde een beroep op de vertegenwoordiger kan doen, doch dan zal tevens een weg
gevonden moeten worden de kiezers in kontakt met hun vertegenwoordigers te brengen.
Duidelijk is dat in deze konseptie het gemeenteraadslid bereid moet zijn zich met volle
overtuiging voor gerechtvaardigde wensen en verlangens van de burgers in te zetten.
Als het raadslid bereid is zich op deze overtuigende wijze in te zetten voor de Bredase
