744
27 NOVEMBER 1968
Met een 50-meter bad hebt U 100% meer ruimte dan bij een 25-meter bad.
Als U een 50-meter bad bouwt, trekt U juist de internationale wedstrijden en stimu
leert U daarmee in belangrijke mate de zwemsport; een 25-meter bad is natuurlijk
uitstekend bruikbaar, maar dat is een 50-meter bad nog veel meer. Bovendien is een
25-meter wedstrijdbad een aflopende zaak, evenals de aparte recordtabel voor 25-meter
baden, terwijl tenslotte steeds weer wordt geopponeerd dat de bouw- en exploitatie
kosten van een 50-meter wedstrijdbad aanmerkelijk hoger zullen zijn, dan die van een
25-meter bad, zonder dat nochtans is aangegeven hoeveel die hogere bouw- c.q. exploi
tatiekosten exact zullen bedragen.
Beslist niet overtuigd, blijf voorstander bouw 50-meter bad, dat zou in telegramstijl
het advies zijn dat ik Uw college toch weer zou willen geven.
De verhoging van de tarieven in de sportsektor verontrusten mij toch wel. De tariefs
verhogingen van de zwembaden zullen daarbij door de bezoekers moeten worden
opgebracht. Mogelijk zal dit het teruglopen van het aantal bezoekers tot gevolg hebben,
waardoor de maatregel niet het effekt sorteert dat ervan wordt verwacht. Veel erger
zou zijn dat wij voor een aantal burgers de rekreatieve mogelijkheden door te hoge
tarieven beperken.
De tariefsverhogingen voor het Sportcentrum zullen volgens Uw antwoord op een des
betreffende vraag in principe door de verenigingen moeten worden opgebracht. Ik ben
van mening dat het college hier verstoppertje speelt.
Het feit dat de begroting van de Sportstichting niet aan het hogere subsidie is aan
gepast kan slechts tot gevolg hebben dat de begroting in de loop van he jaar zal
moeten worden aangepast, of dat bij niet aanpassing het Sportcentrum minder frekwent
zal worden gebruikt. In beide gevallen is dan het effekt van de voorgestelde ver
hoging te verwaarlozen.
Ik ben geneigd Uw college uit te nodigen het effekt van de beide tariefsverhogingen
nog eens kritisch te willen bekijken, daarbij opmerkend dat de stelpost ook een onver
wacht overschotje van 45.000,te zien gaf.
Gelukkig is bij de schriftelijke behandeling wederom geattendeerd op de slotnota van
de werkgroep tot verhoging van het spelpeil in de sport, in welke slotnota naar mijn
mening een aantal waardevolle adviezen voorkwamen.
Uit Uw antwoord heb ik mogen lezen dat de raad te zijner tijd een Sportnota zal wor
den aangeboden.
Over de toezegging van de Sportnota verheug ik mij; over de toevoeging „te zijner
tijd" zou ik gaarne wat konkreter worden geïnformeerd.
De sport, de mogelijkheid tot beoefening van sport en spel en alles wat direkt of
indirekt daarbij betrokken is, zal naarmate de vrije tijd toeneemt en de mens meer
behoefte krijgt aan en mogelijkheden tot rekreatie, van de Overheid steeds grotere
financiële offers vragen.
Jaarlijks worden door de toto-organisaties vrij hoge bedragen voor het treffen van
sportvoorzieningen beschikbaar gesteld.
In dit verband mag ik U vragen te willen mededelen voor welke objekten Breda aan
vragen om tegemoetkoming in de kosten heeft ingediend.
Mijnheer de voorzitter, ik wil thans spreken over:
DE ONTWIKKELING VAN BREDA
Bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar is uitvoerig Uw nota inzake de grond
slagen van het beleid (van Breda) op lange termijn ter sprake geweest. In deze nota
hebt U een duidelijk perspektief gegeven van te verwachten ontwikkelingen binnen de
konsentratie Breda, met welke konsentratie ruimtelijk werd bedoeld het gebied dat in
de Tweede nota Ruimtelijke ordening als zodanig werd aangegeven en dat naast Breda
bestaat uit de gemeenten Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Terheyden, Teteringen en de
kern Dorst.