27 NOVEMBER 1968
745
Sindsdien is echter veel van hetgeen toen uitgangspunt was, zodanig gewijzigd dat het
zaak is regelmatig de nieuwe situatie te bezien en zich op de ontwikkeling daarvan te
bezinnen.
Tijdens de behandeling van Uw eerdervermelde nota is van de zijde van de raad gesteld
dat het binnen de (toen nog gedachte) konsentratie beslist niet mogelijk zou zijn alle
wensen die aan wonen, leven en werken gesteld mogen worden, zelfstandig en zonder
samenspraak en samenwerking met anderen te verwezenlijken.
Met voldoening heb ik het afgelopen jaar kennis genomen van de ontwikkelingen in
het Zekluza-gebied, met welk samenwerkingsverband middels een bestuursplaats een
goede vorm van samenwerking bij de verdere evolutie in dit gewest is verkregen.
Tijdens de begrotingsbehandeling van vorig jaar heb ik gezegd en ik citeer:
„De ligging van Breda tussen 2 grote havens in het westen en op een kruispunt van
„zeer belangrijke internationale verbindingen, noopt ons dacht ik, tot samenwerking
„op veel breder schaal".
Reeds toen merkte ik op dat wij onze blik gericht dienden te houden op samenwerking
met Rotterdam en Antwerpen. Ook dit kontakt is het afgelopen jaar tot stand gekomen.
Het is weliswaar nog slechts een eerste kennismaking, maar er mag uit worden ver
ondersteld dat ook van de zijde van Rotterdam en Antwerpen de belangrijke schaal-
funktie van Breda wordt onderkend. Dat inmiddels ook met Tilburg overleg is geweest,
bewijst nog eens te meer het grote belang dat Uw college hecht aan samenspraak en
indien nodig samenwerking in groter dan lokaal of beperkt gewestelijk verband.
De verwachte industriële ontwikkeling in het gebied van de Roodevaart schijnt nu zeer
spoedig werkelijkheid te gaan worden.
In het kader van de werkgelegenheid biedt deze ontwikkeling voor stad en streek grote
mogelijkheden. Het zal zaak zijn de ons geboden mogelijkheden ook volledig te be
nutten.
Daarvoor zal naast het scheppen van een goed woon- en leefklimaat de aanleg van
goede en snelle verbindingen met het werkgebied nodig zijn.
Die verbindingen zullen er snel moeten komen, evenals de woningen en de verdere
uitbouw en verbetering van infra-strukturele voorzieningen.
De ruimte voor de bouw van deze noodzakelijke woningen heeft Breda niet meer,
terwijl om te kunnen voldoen aan de blijvende vraag naar geschikte woonruimte een
jaarlijkse produktie van 1300 woningen is vereist.
Bij de vorige begrotingsbehandeling was het enig overgebleven uitgangspunt van
samenwerking het kontakt met de 4 randgemeenten.
Tussen de randgemeenten en Breda was overeenstemming bereikt over de samenstelling
van een kommissie ter voorbereiding van een struktuurplan voor het grondgebied van
5 gemeenten.
Het is natuurlijk mogelijk ook voor een beperkt gebied een struktuurplan op te stellen,
maar het lijkt mij praktisch onmogelijk dit te doen zonder rekening te houden met en
kontakt te hebben over bestaande plannen of wensen van aangrenzende gemeenten.
De uitnodiging van gedeputeerde staten om met 11 gemeenten uit de Baronie met dit
college te komen praten over een door gedeputeerde staten op te stellen streekstruk-
tuurplan voor West-Brabant paste zeker wel in de met de randgemeenten gemaakte
afspraken, doch betekende - naar mijn mening wel dat bij de opstelling van het
beperkte struktuurplan rekening zou dienen te worden gehouden met de plannen welke
gedeputeerde staten met betrekking tot het gebied van de Bredase konsentratie zouden
ontvouwen.
Het informeel aan de raad ter kennis gebrachte herindelingsplan van Breda-Noord mag
toch gezien worden als een onderdeel vormend van en passend in het door gedepu
teerde staten te ontwerpen streekplan voor West-Brabant.
Nu kan men bestuurders en deskundigen blijven laten voortgaan met het opstellen van
het meest wenselijke struktuurplan voor een bepaald ruimtelijk gebied, doch wanneer
blijkt dat hogere overheden in groter verband met betrekking tot dit gebied duidelijke
plannen hebben, dan is het dunkt mij verstandiger ofwel te trachten gedeputeerde
