750 27 NOVEMBER 1968 middelen niet gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden. E>eze nieuwe opvatting zal ongetwijfeld zware eisen stellen aan toekomstige begrotingen, omdat tot dusverre slechts ruimte werd gereserveerd voor de verwachte investeringen van het volgende jaar. Incidentele moeilijkheden, zoals schaarste op de kapitaal- of arbeidsmarkt mogen echter niet van invloed zijn op de samenstelling van toekomstige begrotingen. In de Nota van Aanbieding van dit plan stelt U ergens, dat voor een volledig in geld gekwantificeerd plan een termijn van 10 jaar te ruim is. Wij onderschrijven deze op vatting, doch zijn daarnaast van mening, dat een periode van 10 jaar voor een niet in geld uitgedrukt plan bepaaldelijk aan de krappe kant is. Een periode van 15 a 20 jaar achten wij daarvoor noodzakelijk, omdat anders foutieve planningen tot de mogelijkheden zullen gaan behoren. Voorgestelde reconstructies als voor De la Reyweg en voor de Dr. Struyckenstraat hadden bij een planmatige aanpak op wat langere termijn misschien achterwege kunnen blijven. Uit de plattegrond, gevoegd bij het investeringsplan, doch ook uit de te besteden be dragen, blijkt dat het accent ligt bij de verbindingen. In het boek „De Wereld van Morgen", staat over dit onderwerp een alinea die ik hier zou willen citeren: „In het onderling functioneren spelen de stelsels van verkeersvoorzieningen een zeer belangrijke rol. Eigenlijk bepalen zij de structuur, de opbouw van de stad. Maar des ondanks moet het verkeer ondergeschikt blijven. De verkeersafwikkeling moet onge merkt verlopen, zoals het ademhalen en de bloedsomloop. Pas als hierin storingen optreden, worden we ons bewust van hun aanwezigheid. De storing en de chaos in ons stadsverkeer van vandaag is de hartkwaal van onze steden. Het is natuurlijk niet toe vallig dat we hier vervallen in vergelijkingen die slaan op het menselijk lichaam en spreken van verstikking, congestie e.d." Gelukkig behoeven we in Breda nog niet te spreken van een chaos in het verkeer, doch gemiddeld zijn er per jaar 20 ongevallen met dodelijke afloop, het aantal ge wonden loopt in de honderden. Deze ongevallen zijn meestal te wijten aan menselijke fouten, doch vaak gecombineerd met onoverzichtelijke verkeerssituaties. De uitgave voor het verkeersstructuurplan is o.i. dus alleszins verantwoord. Wij gaan er daarom van uit dat de aangegeven trace's van nieuwe wegen en reconstructies nog niet defini tief zijn vastgesteld en dat belangrijke wijzigingen tot de mogelijkheden behoren. Ons oordeel over de aangegeven tracé's zouden wij daarom willen opschorten totdat het verkeersstructuurplan gepubliceerd wordt. Als een rode draad loopt het hoogspoorplan door de gepubliceerde plattegrond. Het stemt ons tot voldoening dat dit plan in de vóór ons liggende periode nagenoeg ge realiseerd zal worden. Aanvankelijk vond ik het geplande viaduct Doornboslaan tussen de viaducten Terheijdenseweg en Kapittelweg wat overdreven, doch nu het laatste viaduct ongeveer een jaar in gebruik is ben ik daarvan wel teruggekomen. De verkeers intensiteit neemt in steeds sneller tempo toe en het viaduct Doornboslaan zal onge twijfeld in een belangrijke behoefte gaan voorzien. Het gereedkomen van het hoogspoorplan zal voor de bewoners van het noordelijk ge deelte van de stad de trek naar het centrum versterken. Het centrum zal ongetwijfeld zijn functie als hart van de stad waarmaken als het voetgangersdomein gerealiseerd is. Breda, dat vanouds de reputatie van koopstad heeft zal door dit voetgangersdomein sterke stimulansen krijgen en wij verwachten dat investeringen door particulieren daar van mede het gevolg zullen zijn. Terecht wordt veel aandacht besteed aan het verkeer, doch ergens moet in de stad ook een plaats, zijn waar de voetganger zich vrij en ongehinderd kan bewegen. Het centrum is daarvoor de plaats bij uitstek. De totstand koming van het voetgangersdomein en de bouw van het civic-centrum, zal voor dit stadsgedeelte belangrijke parkeerproblemen oproepen. Hoewel de ondergrondse par keergarages nu nog wel over enige reserve beschikt, zal de capaciteit daarvan weldra te klein zijn. Heeft Uw college zich reeds beraden over dit vraagstuk? Hoewel ook in het centrum van de stad de laatste jaren belangrijke verbeteringen zijn aangebracht en nieuwe verbeteringen zijn gepland, vertoont het centrum nog enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 776