27 NOVEMBER 1968 759 dat de huidige situatie een aanzienlijk gunstiger beeld vertoont, al blijven de werk loosheidscijfers in de bouwvakken, maar daarnaast vooral onder het personeel, ge schoold in handel, kantoorwerk of andere administratieve en verdere diensten zorg wekkend. Dat betreft een serie op zichzelf reeds kwetsbare groepen, die als gevolg van de snelle voortzetting van nieuwere methodes en mechanisering veelal moeilijk een passend emplooi te verschaffen is, vooral indien het dan ook nog oudere werknemers betreft. Uitbreiding van de z.g. schrijftafelfunctie van Breda zal hier eventueel toch gepaard moeten gaan met herscholingscursussen. Wel blijft het voor ons een voorlopig ontkennend beantwoorde vraag of de Br. I.M. in het geval van een aanzienlijke ver groting van het Bredase grondgebied ook daar een taak zal moeten hebben in het verwerven en uitgeven van terreinen en gebouwen. Heeft Uw college hieromtrent reeds een voorlopig standpunt bepaald Voorts zou de fractie zich gaarne willen aansluiten bij de kritische vragen, gesteld door de fractievoorzitter van de K.V.P. ten aanzien van Uw voornemen nieuwe gelden in de huidige haven te investeren. De fractie hoopt erop, dat dank zij de activiteiten van velen in 1969 de N.V. Het Turfschip op goede wijze in de vaart zal komen; de fractie wil daarbij niet verhelen enige zorg te hebben over de openheid van beleid: laat men noch de indruk wekken, noch daadwerkelijk ertoe overgaan de zaken „in de wandelgangen", die daar zo breed schijnen te zijn opgezet, te bedisselen: het past niet in deze tijd; het zet de klok terug, ook ten aanzien van het betreffend wetsontwerp op de N.V.'s van minister Polak. Als overheid, mijnheer de voorzitter, stimuleert U de laatste jaren met verve onze binnenstad als centrum: inkopen doen is nu eenmaal een noodzakelijke bezigheid voor elke alleenwonende en voor elk gezin; daarenboven wordt dat winkelen steeds meer erkend als een sociale bezigheid, als een ontspannings- en gezelligheidselement in het maatschappelijk verkeer. Onze binnenstad stelt zich daar met het voetgangersdomein terecht steeds meer op in; de Horeca-sector heeft zich duidelijk en met succes aange gord om een graantje mee te pikken van Bredanaars, van de populatie uit de Baronie, van cohorten Belgische huisvrouwen en zeker ook van de verdere drommen binnen- en buitenlandse toeristen, die zich dankzij de initiatieven van de V.V.V. gelukkig steeds minder uitsluitend tot de eigenlijke zomermaanden beperken bij hun bezoeken aan onze stad. Toch blijft er een wens, doch eigenlijk kan ik die niet tot U richten: ik dacht dat de middenstanders, ik dacht dat de grote en kleine handelaren en winkeliers nog niet allen in voldoende mate de hier liggende kansen begrijpen en grijpen. In dat groeiproces van provinciestad tot grote stad zijn zij voor het gezicht van die grote stad mede bepalend, zullen zij nu naast de gemeentelijke investering zelf initiatieven tot animeren en stimuleren van het publiek moeten ontwikkelen. Slechts op één punt kan de ge meentelijke overheid daarbij nog speciale steun verlenen ten einde alle geïnvesteerde gelden optimaal te laten renderen. De economische doelmatigheid vraagt naast commerciële en consumentenbelangen om een duidelijke verruiming van het beleid ten aanzien van de winkelsluiting; liberali satie als zodanig is grotendeels afhankelijk van een ons inziens noodzakelijke herziening van de winkelsluitingswet 1930, doch daarnaast kunt U als plaatselijke overheid in samenspel met de Kamer van Koophandel waarschijnlijk al enige verrui ming bieden. Ten overvloede wellicht stel ik om misverstanden of verkeerde inter pretaties te voorkomen, dat de V.V.D. in geen enkel opzicht regelingen van winkel sluiting wil koppelen aan regelingen betreffende arbeidstijden. Het zij nogmaals gesteld: de hedendaagse hoge investeringen van en voor de ondernemer eisen een langduriger rendement in tijd, in openstelling derhalve dan de thans gebruikelijke. Dat zal voor het grote bedrijf en voor de kleinere detailhandelaar slechts verwezenlijkt kunnen worden door invoering van ploegenstelsel of door het aantrekken van part time krachten. De daaruit voortvloeiende stijgende kosten willen wij niet minimali seren; ons inziens zullen die echter gemakkelijk door de omzetverhoging goed gemaakt kunnen worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 785