27 NOVEMBER 1968 767 Hoewel uiteraard het plan steeds zal moeten worden herzien en bijgewerkt, zal het toch voor de raad een belangrijk werkprogram zijn dat een duidelijk inzicht geeft op welke wijze de aan onze stad toebedachte functie, ook in de regio verwezenlijkt zal kunnen worden. Het is duidelijk dat om de gestelde doelen te bereiken verruiming van het investerings volume noodzakelijk is. Met de door U voorgestelde trendmatige verhoging zullen wij gezien de financierings moeilijkheden wel akkoord moeten gaan, hoewel de vraag gewettigd is of dit bij toe name van de taken, welke Breda, met name voor de regio heeft, voldoende zal zijn. Met Uw college zijn wij echter van mening dat vooralsnog, gegeven de budgettaire mogelijkheden, verdere uitbreiding onmogelijk is. Uw conclusie t.a.v. een beperkte binding voor de jaren 1969 en 1970 en een optimaal benutten van het beschikbare volume, spreken ons bijzonder aan. T.a.v. de verdeling van het investeringsvolume en de daarbij gestelde prioriteiten zoals vastgelegd in bijlage 3 van de nota, moge ik thans enkele opmerkingen maken. Vóór de verschijning van het investeringsplan werd door mij onder no. 39 reeds een vraag gesteld. Uw beantwoording is zeer summier, het gaat hier over het civic-centre en gaat niet in op de kern van de vraag n.l. of t.a.v. een voortgaande evolutie de bestaande plannen niet gewijzigd dienen te worden. In het investeringsplan is voor 1970 een bedrag opgenomen van 2.240.000,Betreft dit het door de raad reeds goedgekeurde krediet, waarvan sprake is in een voorgaand investeringsplan en dat slechts betrekking heeft op de verbouwing van de Beyerd en V.V.V.? Is Uw college van mening dat de plannen zoals deze destijds aan de raad zijn voor gelegd, onveranderd voortgang moeten vinden? Een toenemend ruimtegebrek op het gemeentehuis, maakt het toch wel noodzakelijk dat nieuwbouw hiervan hogere prioriteit krijgt, dan de huisvesting van V.V.V. welke inmiddels aanzienlijk is verbeterd. Ik heb vanmorgen in ons plaatselijk blad een artikeltje gelezen over het civic-centre en daar staat onder meer in dat men uit het antwoord van burgemeester en wethouders op vragen van raadsleden de indruk krijgt, dat de plannen nu in de richting gaan van een sterke prioriteit voor het nieuwe gemeentehuis. Ik moet U zeggen, dat ik toen ik het vanmorgen las, nog even het vraag- en antwoordspel heb doorgenomen. Maar ik ben niet tot de overtuiging gekomen, dat bij het college het in die richting gaat en dat blijkt ook niet uit hetgeen wat ik hier in mijn beschouwing al heb opgemerkt. Maar ja, journalisten die lezen tussen de regels door. Het is mogelijk. Maar ik zou graag van Uw college een duidelijk antwoord hebben over de vraag en dat is ook door voor gaande spreker betoogd, welke prioriteit de vorm van het gemeentehuis in het civic- centre op het ogenblik heeft. T.a.v. de sluiting van de binnenste stadsring door middel van de z.g. noordelijke traverse, geeft Uw college een antwoord dat m.i. niet in overeenstemming is met de geplande verbinding Kraanstraat-Boschstraat, (B 5 van het investeringsplan). Een vergelijking van het bedoelde antwoord bij vraag 39 van de begroting en vraag 29 van het investeringsplan, doet de vraag rijzen of Uw college met deze bovengenoemde verbinding de vervangende oplossing welke enigermate bevredigend is, hiermede reeds heeft gevonden. Daar zou ik bij deze begrotingsbehandeling een antwoord op willen hebben. Het is naar mijn mening echter wel zeker dat de verkeerssituatie ter plaatse om een eerdere oplossing vraagt dan in 1973, zoals gepland. Ik zou uw college dan ook met klem willen verzoeken, haar gedachten op korte termijn aan de raad kenbaar te maken, zo mogelijk nog tijdens deze begrotingsbehandeling. T.a.v. de ook door onze fractie gestelde vraag, met betrekking tot de vuilverwerking, zijn ook wij van mening dat het optimisme van Uw college, om het steeds toenemende vuil in de eerste vijf jaren te kunnen storten in de leemputten te Ba vel, bepaalde risico's met zich brengt. In het verleden is ook reeds gebleken dat de stortingsmogelijk heden veel eerder beëindigd moesten worden dan aanvankelijk was gepland.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 793