79 31 JANUARI 1968 mijn bevatten en mag geen verzamelbak worden voor allerlei uitga- ven waarvoor zo gauw geen dekkingsmiddelen binnen het budgettaire niveau zijn te vinden. Opname van allerlei onbenullige bedragen in het onrendabel investeringsplan, zoals om mij tot één voorbeeld te bepalen de opname van een bedrag van 2.765, -- voor een mede delingenkastje en verbetering ramen kamer wethouder van Boxtel, die nen niet in een onrendabel investeringsplan te worden opgenomen, maar behoren te zijn opgenomen in de begroting van de gewone dienst. Ik hoop wel dat het mogelijk zal zijn de voer 1968 geplande voorzie ningen optimaal te kunnen uitvoeren. Ik wil daarbij nog wel aandacht vragen voor de vernieuwing van de verharding van de Ulvenhoutselaan, welks reconstructie ik in het onrendabel investeringsplan meen te mis sen. BELEID OP LANGE TERMIJN. Ik vind de nota een knappe analyse van de in de tweede nota van de ruimtelijke ordening gestelde prognoses. Daarbij speelt natuurlijk de vraag in hoeverre de in deze nota geprognostiseerde cijfers de laatste jaren door velerlei omstandigheden zijn achterhaald. Nog veel be langrijker is wat in de komende 33 jaar zal gebeuren. Bij wat er ten aanzien van de bevolkingsgroei van de concentratie Breda zal gebeuren, acht ik de migratie zeker zo belangrijk als het groeitempo van de autochtone bevolking binnen de concentratie. In de door Uw college gehanteerde groeipercentages is zowel met het geboorte-overschot als met het vestigingsverloop rekening gehouden. Het wil mij voorkomen - en U onderschrijft dit ergens ook wel in Uw nota - dat de verwezenlijking van in de tweede nota ruimtelijke orde ning uitgesproken verwachting van bevolkingstoename binnen de con centratie veel complexer is, dan de in Uw nota mogelijke becijfering. Het gehele vraagstuk van de te verwachten expansie lijkt mij veel meer een gegeven van te bieden mogelijkheden dan van te verwachten, op achterliggende tijden gebaseerde, bevolkingstoename. Zeker wij zullen de nog wel toenemende bevolking aan mogelijkheden voor wonen, leven en werken dienen te helpen, doch de factor van de steeds verdergaande automatisering en de verdere toeneming van ar beid door vrouwen, acht ik van zeker zo grote betekenis bij de prog nose van het aantal te vervullen arbeidsplaatsen, omdat wij kunnen verwachten dat voor het verrichten van steeds meer arbeid steeds min der arbeidsplaatsen bezet zullen worden. Ik geloof daarom nauwelijks dat men het aantal arbeidsplaatsen in de toekomst kan blijven relateren aan een traditioneel vast percentage van de bevolking, De toename van de bevolking van de randgemeenten is duidelijk beïn vloed door meer mogelijkheden en mogelijk (nog) aantrekkelijker wo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 79