28 NOVEMBER 1968 Tegenwoordig: MEVR. TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK, MEVR. W. JAGER MIDDELBEEK, MEVR. S. C. M. KRENS-WAGTMANS, MEVR. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, MEVR. O. M. C. STOCKMANN-VAN DER KALLEN en de heren: L. A. M. VAN BANNING, MR. G. W. A. BARIJ, J. E. F. BAYENS, H. BIEMANS, W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, J. M. VAN BIJNEN, P. J. VAN CAULIL, J. P. A. VAN DUN, C. A. VAN DUIJL, J. W. A. VAN GASTEL, MR. R. A. H. M. GIELEN, J. P. M. GOOS, A. M. DE GIJSEL, A. P. JACOBS, A. B. KRAMER, A. KROON, A. W. VAN LOON, A. M. H. W. VAN DE MEERENDONK, J. H. M. QUADEKKER, A. H. W. M. DE RAAFF, JHR. DRS. F. A. VON SCHMID, A. SPANJER, J. F. V. VERMEULEN, DRS. Y. P. W. VAN DER WERFF, F. VAN WERKHOOVEN, F. C. M. WIERCKX, J. WOESTENBERG, W. VAN DER ZWAN. Afwezig: de heren J. C. A. JANSEN en F. J. MELZER. Voorzitter: de heer IR. W. J. L. J. MERKX. Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM. De VOORZITTER opent te 14.00 uur de vergadering en spreekt het gebed uit, waar van de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de ver gaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van: de heer F. J. Melzer. De heren A. P. Jacobs en van der Werff zullen de vergadering pas later kunnen bijwonen. Hierna wordt overgegaan tot voortzetting van de behandeling van de begroting 1969. De VOORZITTER zegt bijzonder graag te antwoorden op de constructieve benadering van de begroting 1969 door de raad. Voor deze benadering wil hij zijn bijzondere dank betuigen. Natuurlijk is en blijft het zo dat de functie van het college van burge meester en wethouders verschillend is van de taak en de functie van de gemeenteraad. Maar het college, dat grotendeels bestaat uit vertegenwoordigers van de raad, wil bijzonder graag verantwoording afleggen van het in het afgelopen jaar gevoerd beleid en een inzicht geven in het beleid dat in de nabije toekomst zal worden gevoerd. Het college is zich ook bewust van de verantwoordelijkheid die het heeft ten opzichte van de burgers van de stad. Er is bepaald een boeiende taak voor het college van burge meester en wethouders en spreker wil de raad vanaf deze plaats dankzeggen voor de wijze waarop hij het college is tegemoet getreden, waarbij hij ook wil zeggen dat het college van zijn kant de door de heer van Loon voortreffelijk genoemde samenwerking ook in dezelfde geest heeft aangevoeld. Vanzelfsprekend hoopt het college dat die samenwerking in gelijke zin kan worden gecontinueerd. De ambtenaren vormen een belangrijk gedeelte van het gemeentelijk bestel. Men kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 800