28 NOVEMBER 1968 782 voorraat! grond voor de gemeente Breda, wordt het probleem acuter. Spreker zou hier echter niet zo ver willen gaan als de heer Kroon, die 1970 al als een fataal jaar ziet. Momenteel is er bijzonder weinig grond voor uitgifte aan te bieden. Het is zelfs zo dat mensen die in Breda willen komen wonen moeten worden afgewezen om die reden, hetgeen natuurlijk bijzonder jammer is. Niet gezegd kan echter worden dat binnen nu en niet al te lange tijd niet nog een aantal woningen is te realiseren. In het uitbreidingsplan Heusdenhout zijn momenteel 404 woningen in aanbouw, terwijl het totale uitbreidingsplan een omvang heeft van 2300 woningen. Als degenen die daar terreinen in optie hebben waar maken waarvoor zij die terreinen in optie hebben, dan betekent dat dat het jaar 1970 misschien nog iets te vroeg is gepland. Dat neemt niet weg dat de aansluiting van de hierop volgende plannen waarschijnlijk toch wel zal worden gemist. Het college hoopt echter niet op een onderbreking of een verlaging van de productie. Het college betreurt deze gang van zaken met de raad. Het meent echter van zijn kant alles te hebben gedaan om dit te voorkomen. Door de heer Kroon is gememoreerd dat de gemeente in 1964 in een dergelijk geval een transactie op het oog had. Het heeft nu niet zo mogen zijn en men zit nu in die situatie. Het enige wat het college kan toezeggen is dat het binnen de bestaande mo gelijkheden alsnog zal trachten deze discontinuïteit tot een zo klein mogelijke proportie te beperken. Een en ander zou wel eens kunnen betekenen dat wanneer het uitbrei dingsplan Haagse Beemden vaststaat, dat met een snel tempo en aanwending van veel mankracht zal worden getracht zo snel mogelijk tot bouwen te komen. In dit verband wil spreker zeggen dat hij hoewel het niet op het plaatselijk vlak ligt toch wel eens met de raad van gedachten wil wisselen, dan wel de raad in kennis stellen van gegevens, die bij het college aanwezig zijn over de ongezonde toestand van de bouw markt in het algemeen. Het is een landelijk probleem en landelijk moet daar wijziging in worden gebracht. In wezen is het een ongezonde situatie dat het overgrote deel van de bouwproductie in de woningsector is opgeknoopt aan het nationale budget. Nor maal zou zijn dat gebouwd zou kunnen worden tegen gewone kostprijshuur, gewoon vrij en zonder bijdrage. Dan pas zou men kunnen spreken van een vrij functioneren van de bouwmarkt. Men verkeert nu niet in die situatie, maar het kan gevolgen heb ben, niet alleen voor Breda. Nu hangt het er precies van af wat men toebedeeld krijgt uit die nationale pot, zowel aan premies als woningweteenheden, of men wel of niet in bevredigende mate zal gaan bouwen in de plaats waarvoor men staat. Het heeft daar naast ook wel wat andere consequenties die eigenlijk ook onbegrijpelijk zijn. Spreker wil er zich geen uitputtend oordeel over aanmatigen, maar in wezen is er een herver deling van het nationaal inkomen via de toeslag in de huishuur. Er komt nu het gekke verschijnsel dat er in die herverdeling in het verleden een fout is geslopen en dat er nu weer belasting moet worden geheven om die herverdeling te corrigeren. Spreker zegt dit de raad te hebben willen zeggen omdat dit bij het college ook een overwe ging mee uitmaakt. Er is een frustratie in de woningbouw, welke veroorzaakt dat men ten deze op het ogenblik niet al te optimistisch moet zijn. Door de heer van Loon is de verbinding Kraanstraat/Boschstraat, de reconstructie van de la Reijweg aansluitend op de Beverweg en de ontsluiting van de Haagse Beemden ter sprake gebracht. Daarbij, herinnert spreker zich, meende de heer van Loon dat deze drie posten nog niet in het investeringsplan hadden gestaan. Hij heeft daarbij gevraagd hoe het stond met de verbinding Kraanstraat/Boschstraat door het Valken berg, wat de reconstructie van de la Reijweg voorstelde en wat de post van x miljoen gulden betekende voor de ontsluiting van de Haagse Beemden. Spreker is van oor deel dat de verbinding Kraanstraat/Boschstraat geen nieuwe zaak is, omdat deze al vervat is in het bestemmingsplan binnenstad noord-oost. In dat bestemmingsplan is het nog altijd een wezenlijk gegeven dat er een verbinding moet zijn tussen het punt Boschstraat en het punt Vismarktstraat aan de andere kant langs de noordelijke route. Degenen die al wat langer zitting hebben in de raad kunnen zich herinneren dat in het verleden de weg door het Valkenberg aan de orde is geweest. De raad heeft zich als een man sterk gemaakt om deze weg achter het Begijnhof om te couperen. Uit dien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 808