28 NOVEMBER 1968 784 niet aanwezig, want er is geen bouwplicht. Het college kan dus alleen maar vragen en hopen dat men tot bouwen overgaat, enige bevoegdheid heeft het niet. In de Kamer is medegedeeld dat aan de krotopruiming grote voorrang zal worden ver leend. Het enige wat het college in deze bekend is, is dat er een circulaire is ont vangen waarbij de mogelijkheid wordt geopend om buiten de saneringsplannen een bijdrage te vragen in de kosten van aankoop van krotwoningen. Die mogelijkheid is ook aanwezig binnen saneringsplannen. De krotten in Breda liggen toch allemaal in saneringsplannen en in die situatie heeft de regeling alleen maar de betekenis van een voorfinanciering. Het is namelijk zo dat men in een saneringsplan krachtens de re geling saneringsbijdragen 80% van de verwervingskosten krijgt. Die bijdrage kan wel eens uitblijven, het ene jaar kan het wel uit het rijksbudget, het andere niet. Dat be tekent dus dat als men in deze sector actief opereert, men wel eens renteverlies zou kunnen krijgen. In de genoemde regeling krijgt men acuut zeg maar 2.000,uitbe taald, welke later worden afgetrokken van de uitkeringen in het kader van de sane ringsbijdragen. Overigens is het het college niet bekend dat er, althans op dit moment, verdergaande faciliteiten zouden zijn. Van verschillende zijden is aangedrongen op niet verder uitstellen van de realisatie van het civic-centre. Op dat punt verschilt het college en de raad niet van mening. Het college is ook van oordeel dat die grote ruimte daar hoe eerder hoe beter kan wor den opgevuld; en opgevuld op een wijze die van de kant van de overheid duidelijk laat zien welke dimensie Breda in de toekomst zou willen hebben. Als er financierings middelen beschikbaar zijn zal het college zijn uiterste best doen daar zo snel mogelijk iets te gaan realiseren. De heer KROON zegt dat de vraag is wat wordt gerealiseerd, is dat het civic-centre, wat krijgt anders prioriteit? Wethouder VERMEULEN antwoordt dat nu weer een discussie wordt herkauwd, wel ke een jaar of vier geleden ook al aan de orde is geweest en waarbij op het laatst nie mand meer wist waarover was gesproken. De heer KROON merkt op dat dit er een gevolg van was. Wethouder VERMEULEN zegt dat dit het punt is waar de raad in het verleden al eens van heeft gezegd prioriteit aan de stadsschouwburg te verlenen. Nu zegt de raad prioriteit aan het gemeentehuis te geven. In feite is het één gebouw, want in het plan zoals het in de raad is aanvaard vormen schouwburg en gemeentehuis één bouw massa. De heer QUADEKKER merkt op dat er hier wel toneel wordt gespeeld, maar dat het toch één gebouw is. Wethouder VERMEULEN zegt dat het hier één bouwmassa betreft, daarbij zouden verschillende ruimten zowel voor het ene als voor het andere moeten dienen. Hij ver mag niet in te zien dat men ten aanzien van één bouwwerk kan zeggen prioriteit aan het ene stuk of aan het andere stuk te verlenen. Als aan het ene wordt begonnen moet ook het andere worden gereedgemaakt. Daarbij wil hij niet zeggen dat het technisch onmogelijk zou zijn deurgangen te sluiten of dicht te metselen. Het is één gebouw en het is hem daarom niet duidelijk wat men nu ter zake van de prioriteit gemeente huis of schouwburg eigenlijk voor ogen heeft. Gesteld kan ook worden: waarom eerst de Beyerd en de V.V.V. Ook daar is naar spreker's mening in het verleden in alle zinnigheid met elkaar over gepraat en toen was de conclusie, dat het in de totale opvolging van het geheel van betekenis zou zijn de kant Beyerd Vlaszak eerst te bebouwen en dan te gaan beginnen aan een nieuw gemeentehuis annex schouwburg. Alles bij elkaar vormt dit een project. Het project Beyerd V.V.V. is qua geldmogelijk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 810