28 NOVEMBER 1968 786 heer van der Werff is gezegd over sommige ruïnes in de stad, kan spreker zeggen dat burgemeester en wethouders hier geen bevoegdheden hebben, alleen als de ruïnes voor de directe omgeving gevaarlijk worden en tot slopen moet worden gekomen, kunnen zij ingrijpen. De heer Kroon heeft er zijn waardering over geuit dat in de uitbreidingsplannen vier voor gehandicapten aangepaste woningen worden gebouwd. Spreker kan de raad ver zekeren dat het college op dit punt verder actief zal blijven, dat geldt ook voor an dere huisvestingsvormen. Het zal alles doen - binnen het raam der huidige mogelijk heden om er te realiseren. Met de heer Kroon is spreker eens dat getracht moet worden het streefgetal van 1300 eenheden in de woningbouw te halen, wil men aan de gedachte situatie Breda in de jaren 1980 - 2000 komen. Wethouder VAN BIJNEN zegt dat geheel buiten verwachting nagenoeg alle fractie voorzitters in twijfel hebben getrokken of het voorstel van het college van burgemeester en wethouders de tarieven voor Wolfslaar en het Ei en voor het Sportcentrum te ver hogen wel verstandig en haalbaar is. Op blz. 13 van de nota van aanbieding en daarna in het vraag- en antwoordspel tussen raad en college op blz. 15, 17 en 19 van het verslag van het onderzoek van de be groting door de gemeenteraad en het antwoord van burgemeester en wethouders daar op, is reeds uitvoerig ingegaan op de redenen voor deze noodzakelijke tariefverho gingen. Spreker kan zich echter voorstellen dat de raad toch nog bedenkingen heeft, vooral met het oog op de onzekerheid of deze verhogingen geen averechts effect zullen hebben. Ook het college verkeert hieromtrent in onzekerheid, al heeft het dan weliswaar meer vertrouwen in de goede afloop. Voor de openheid en de duidelijkheid is het wellicht gewenst dat nog eens nader de motivering van deze tariefverhogingen wordt toegelicht. In 1965 startte het recreatiebad Wolfslaar met tarieven die gebaseerd waren op de grondgedachte dat 50% kapitaallasten en 50% exploitatielasten ten laste van de al gemene dienst zouden worden genomen; de rest moest uit de exploitatie komen. Al spoedig bleek dat het op ongeveer hetzelfde neer zou komen als de gemeente de ka pitaallasten voor 100% voor haar rekening nam. De rest van de exploitatielasten moest door de gebruikers worden gedragen. Om te bereiken dat de invloed van afwisselend goede en slechte seizoenen niet ieder jaar opnieuw tot tariefverhoging of -verlaging zou moeten leiden, werd een egalisatiefonds ingesteld waar goede en slechte uit komsten elkaar gedurende een reeks van jaren zouden kunnen opheffen. In verband met de relatie tussen Wolfslaar en het Ei werden ook de uitkomsten van het Ei in het egalisatiefonds opgenomen. Dit fonds is dus nooit bedoeld om de stijging van de ex ploitatielasten zoals prijs- en loonsverhogingen te dekken, evenmin om daaruit toe rekening van overheadkosten te betalen. Bij de instelling van de sportdienst kwam echter meer duidelijkheid in de kosten, welke aan de sport moesten worden toegerekend. Deze kosten waren er namelijk ook bij de opening van Wolfslaar en de vaststelling van de tarieven daarvan, doch zij zaten nog verscholen in de lasten van de algemene dienst. De sportdienst brengt dus t.a.v. deze complexen geen meerkosten mee, doch ze worden nu duidelijk zichtbaar. In verband met de gestegen kosten, mede veroorzaakt door de verwarming van het bad, en vooralsnog gedeeltelijke toerekening van de overheadkosten naar diverse onderdelen van sport, is het naar het oordeel van het college onmogelijk de exploitatielasten minus de kapitaallasten zonder tariefverhoging te dekken. Bij de tariefstelling van het Sportcentrum in 1966 is uitgegaan van dezelfde grond gedachte, namelijk kapitaallasten voor rekening van de gemeente. De toenmalige be rekeningen van de loonkosten bleken niet meer overeen te stemmen met de werkelijk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 812