793 28 NOVEMBER 1968 ook nog gezegd dat het houden en het uitlaten van de honden ontspannend is voor de In baas of vrouw. Hij heeft er niet bij gezegd dat er effecten zijn voor de buren en de- exf genen die aan tuinen e.d. wonen en ook niet dat deze mensen hartinfarcten en psy- Oo chische neurosen oplopen. Als spreker zelf naar zijn garage loopt ziet hij nog weieens 5 ger een hond dat een poortje, een paaltje of een hoek van een huis gebruikt, terwijl de het „vrouw" uit het raam hangt. Dat lijkt hem geen genoegen voor de andere bewoners. wo Dan heeft de heer van der Werff nog opgemerkt dat het houden van een hond een ma typisch beschavingskenmerk is. Spreker dacht toen hij dit hoorde: „daar ga je", want He hij heeft een lange tijd honden gehouden. Degene die hem het naaste staat zei tegen ovt hem: „Joh, je zakt af, je typische beschavingskenmerk ben je al jaren kwijt". Toen de er heer van der Werff zijn hele verhaal uit had heeft hij gezegd dat zijn argumenten mis- het schien weinig overtuigend waren. Daarom, zo zegt spreker, zal hij op de hondenbe- trei lasting maar niet verder ingaan. sch Inzake de doeluitkeringen moet spreker nog opmerken, dat die procentueel duidelijker daa liggen dan de uitkering uit het gemeentefonds. Dat is natuurlijk mede te wijten aan zoc tariefsafspraken. siti Er is nog gesproken over het invoeren van een koopavond, hierover moet samenwerking die worden gepleegd met de Kamer van Koophandel. De heer van der Werff gaf in zijn noc betoog blijk van psychologische aspecten en ook dat hij bepaalde overheidsmaatregelen one nogal goed aanvoelt, doch hij vergat daarbij een belangrijke groep, n.l. de betrokkenen te zelf. Dat zijn de grootwinkelbedrijven en middenstanders en spreker moet zeggen dat Bij daarover reeds een gesprek is geweest. Het is natuurlijk bijzonder belangrijk om te leg' weten hoe in die kringen gedacht wordt over eventuele invoering van een koopavond. Oo Ten aanzien van de genoemde kostenfactoren is te stellen dat daar in de eigen kring nor nogal eens verschillend over wordt geoordeeld. ver Spreker is bijzonder verheugd dat het niet-geldelijk rendabel investeringsplan in het lijk algemeen bijzonder positief is onthaald. In het plan is de systematische aanpak en de ken visie die gestoeld is op het bekende beleid van het college tot uitdrukking gekomen. sj hie Wel hebben alle fractieleiders gezegd dat het plan laat is ontvangen, waardoor de nor- lag' male procedure niet kon worden gevolgd. De normale procedure is altijd geweest dat jan het investeringsplan enkele weken vóór de begrotingsbehandeling aan de raadsleden hee werd voorgelegd. Het is nog nooit behandeld te zamen met de begroting in de zin zoals te nu gebeurt. Het is zo dat men twee maanden vóór de begrotingsvergadering het plan one toegezonden heeft gekregen, misschien nog wel iets eerder. aan Br zijn mogelijkheden gegeven, hoewel getracht zal worden deze te verbeteren, om de ma: fracties met elkaar overleg over het onrendabel investeringsplan te laten plegen. Ook tot de beoordeling kon beter gebeuren dan in welk jaar daarvoor. Spreker wil echter graag Sez toezeggen om in de volgende jaren te trachten iets vroeger - tegelijk met de begroting der - het plan uit te laten geven. Hij wil er wel op wijzen dat een planning voor vijf jaren Sen moet worden verwoord en dat hiervoor de inzichten nodig zijn van het gehele gemeen- leei telijk apparaat. Als er immers gesproken wordt over informatie, communicatie of °P openheid dan moet worden gesteld dat intern in het gemeentelijk apparaat dezelfde een openheid aanwezig moet zijn. Bij de planning en wat daarbij hoort is elke functie en van iedereen die er maar iets mee heeft te maken van meet af aan ingeschakeld. Met al die een mensen zijn contacten geweest van wat wel en wat niet urgent is en wat minder urgent. toei Na toetsing in alle geledingen is uiteindelijk de beurt aan het College dat nog een den keuze moet maken en nog veranderingen kan aanbrengen. Door de tijd die hiervoor en nodig was is de samenstelling iets uitgelopen en kon het plan niet tegelijk met de be- en groting worden gepresenteerd. Spreker hoopt dat dit het volgend jaar iets gemakke- zou lijker zal gaan, aan de andere kant is het wel zo dat op het terrein van de planning ^ee nog heel wat moet gebeuren. Het onrendabel investeringsplan is één ding, er zijn Afi natuurlijk nog veel meer zaken die aan de orde zijn. Het is daarom zaak, wil die plan- W01 ning slagen, dat op al de belangrijke diensten en bedrijven een man aanwezig is, die naa dit nieuwe hulpmiddel kan hanteren. Dat betekent dat hier enorm veel aan moet WOJ worden gedaan. te 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 819