81
31 JANUARI 1968
niet kan worden ontzegd.
Hiervoor heb ik gezegd van mening te zijn dat de verwezenlijking van
de verwachtingen mede - en voor een belangrijk gedeelte - zal afhan
gen van de mogelijkheid van wonen, leven en werken.
Het is, dacht ik, duidelijk dat wij deze mogelijkheden niet of nauwe
lijks alleen binnen de grenzen van de concentratie zullen kunnen ver
wezenlijken.
De ligging van Breda tussen 2 grote zeehavens in het westen en op een
kruispunt van zeer belangrijke internationale verbindingen, noopt ons
dacht ik tot samenwerking op veel breder schaal. De heer van der Werff
heeft bij de behandeling van Uw mededeling over de intergemeentelij
ke samenwerking meen ik gezegd, dat wij onze blik gericht dienen te
houden op samenwerking met Rotterdam en Antwerpen. Ik ben het daar
mede volledig eens, maar ik zou het niet bij blikken willen laten.
Contact, samenspraak en waar mogelijk en nodig samenwerking met
Rotterdam, acht ik van even evident belang als samenwerking binnen
de concentratie Breda, ook voor de bewoners van de concentratie.
Rotterdam vertoont na de expansie in Botlek, Rozenburg en de Maas
vallei nu reeds duidelijke aspiraties* naar het zuiden. Nog kort geleden
zijn ter zake rond het gebied van Roode Vaart in samenwerking met de
Zekluza -gemeente grootse plannen voor industrievestiging bekend ge
worden.
Mensen die straks in dit industriegebied zullen werken, zullen ook wil
len wonen en leven. Er is niet zoveel fantasie voor nodig om te ver
onderstellen dat deze 2 mogelijkheden wel eens binnen de concentra
tie Breda zouden kunnen worden gerealiseerd.
Uit recente cijfers over het aantal arbeidsplaatsen in de industrie van
Breda blijkt dat het aantal door mannen bezette plaatsen in de periode
maart 1965 - maart 1967 op een aantal van ruim 11. 000 slechts met
280 is gestegen, terwijl het aantal door vrouwen bezette arbeidsplaat
sen in dezelfde periode met 260 is verminderd.
Een krachtige bevordering van de industrialisatie - ook van de eigen
industrie - is daarom dringende noodzaak.
Om dit te kunnen bereiken is samenwerking binnen de concentratie
gewoon noodzakelijk.
Slechts door eensgezind optrekken is iets te bereiken. Ik mag dan tot
besluit de hoop uitspreken dat de randgemeenten zich niet langer zul
len beijveren bij het in twijfel trekken van de in de nota vermelde cij
fers, doch zich positief zullen opstellen om op deze wijze te trachten
voor de bewoners van dit gewest meer en betere mogelijkheden van
wonen, leven en werken te bereiken.
CONTACT OVERHEID - BURGERS.
Mijnheer de voorzitter,
Nog enkele punten zou ik met U willen bespreken. Bij de vorige be-