797 28 NOVEMBER 1968 de traditionele wijze gestort, verbrand wordt er nog maar weinig. Thans zijn in Ne derland vijf vuilverbranders van groot formaat. Daarnaast kent men de verbrandings installaties van klein formaat, de zogenaamde speed-burn, waarvan er onlangs een door Den Bosch in gebruik is genomen. De werkgroep is daar al gaan kijken. Verder zijn er nog 17 compost-bedrijven en voor de rest wordt in Nederland het vuil nog op open stortplaatsen gestort. In de memorie van antwoord op de rijksbegroting 1969 van sociale zaken en volks gezondheid is ruim aandacht geschonken aan de verwijdering en verwerking van de vaste afvalstoffen. De overheid wil zich daarmee wel zeer uitdrukkelijk bezighouden en heeft o.a. de bestaande stichting „Compost" van naam veranderd en er ook een an dere taakstelling aan gegeven, n.l. de Stichting Vaste Afvalstoffen. Deze adviesinstantie gaat zich dus met het probleem van de verwerking van de afvalstoffen bezighouden. De Bredase werkgroep heeft met deze stichting al contact opgenomen, er zal overleg mee worden gepleegd en er zal worden geprofiteerd van de kennis die op dit punt al daar is gecentraliseerd. Uit de memorie van toelichting blijkt wel dat de regering over dit probleem met zorg is vervuld, waarbij zij tevens van mening is dat de provincies op dit terrein een taak te vervullen hebben. Er zijn al provincies die er zich mee bezig houden, onlangs is er in Gelderland een provinciaal rapport over deze materie ver schenen. In Brabant is men op dit punt nog niet zo ver. Het college heeft gemeend het provinciale werk niet te moeten afwachten en heeft de zaak zelf aangepakt. Als men denkt aan vuilverbrandingsinstallaties in groot formaat zoals die er zijn in Rotterdam, Leiden, Den Haag en Amsterdam, denkt men aan een zeer kostbaar project, dat alleen maar goed is te gebruiken wanneer men over grote hoeveelheden vaste afvalstoffen beschikt. Deze hoeveelheden gaan ver uit boven datgene wat Breda nu en in de naaste toekomst kan opleveren. Bij dergelijke grote verbrandingsinstallaties moet men dus altijd denken aan samenwerking in regionaal verband, tenzij men de richting zou uit gaan als den Bosch, waar als eerste in heel Europa een speed-burn staat, welke een paar maanden geleden in werking is gegaan en die als het ware als proef dient. Er be staat dan ook ruime belangstelling voor. De vuilverwerking is een onderwerp dat het college bezighoudt, het laat niet af daar verder op door te gaan en hoopt voor 1 ja nuari 1970 van de werkgroep de gevraagde informaties te verkrijgen. Het college zal vanzelfsprekend de raad van de stand van zaken op de hoogte houden. Het zal de raad interesseren dat in West-Brabant een initiatief ontstaan is om ook deze zaak te bestuderen in WEB-verband. Het college hoopt dat de werkgroep uit Breda bij die studie vanuit West-Brabant betrokken zal worden. Nu is er de vraag waarom op het niet-geldelijk rendabel investeringsplan een bedrag voor na 1973 staat opgenomen van ruim 6.000.000,Men moet dit volgens spreker zien als een indicatie, niemand kan zeggen of Breda na 1973 een dergelijk bedrag voor dit doel zal bestemmen, noch is bekend in welk jaar dit zal gebeuren. Een feit is dat -« hoewel in het algemeen een prijsstijging is te constateren er de laatste jaren een prijsdaling is vast te stellen in de kosten van verbranding van vaste afvalstoffen. Het zou echter volgens het College onverstandig zijn voor dit doel geen bedrag vast te leg gen, want gesteld dat de noodzaak er is een verbrandingsinstallatie te realiseren, dan zouden de middelen daarvoor niet gereserveerd zijn. Het onrendabel investeringsplan wordt toch ieder jaar aan een beoordeling onderworpen en misschien bestaat er in het volgend jaar wel de mogelijkheid concreter te zijn. De heer van der Werff heeft - t.a.v. de centrale wijkverwarming gesteld dat het niet aanvaardbaar is, dat een/derde gedeelte van de aangeslotenen nog steeds onvol doende warmte heeft. Het spijt spreker dat deze benadering van het wijkverwarmings- probleem naar zijn smaak en naar hij meent ook naar de smaak van het college ietwat ongenuanceerd is. Hij moet n.l. aannemen dat de heer van der Werff, als hij spreekt over een/derde, teruggrijpt naar het rapport dat ook door de sociografische dienst in opdracht van het College en een actiecomité dat op dit terrein nog werkzaam is, is opgemaakt. Hierin staat te lezen dat bij ongeveer 1100 aangeslotenen de mening over verschillende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 823