28 NOVEMBER 1968
802
Hij heeft daarvan gezegd dat hierbij is uitgegaan van recreatie en schoolzwemmen.
Spreker is er niet zo precies over geïnformeerd, maar hoort wel eens zeggen dat het in
het Sportfondsenbad dikwijls lijkt als haringen in een ton. Als er nu weer zo'n kleine
gelegenheid wordt gebouwd, dan verwacht hij daar straks precies hetzelfde. Hij is
zeer wel bereid te wachten totdat de wethouder verder heeft berekend hoeveel de ka-
pitaallasten meer bedragen en hoeveel de exploitatiekosten zullen stijgen. Spreker
vraagt wel tevens een berekening te maken van de mogelijke meeropbrengsten van een
50 m.-bad. In de beschouwing zou dan tevens moeten worden betrokken de grote
propagandistische waarde die ook van internationale wedstrijden pleegt uit te gaan.
Spreker wil er genoegen mee nemen dat het college op het ogenblik niet op het oog
heeft een 50 m.-bad te bouwen. Hij zou het echter waarderen als het college de raad na
bestudering van de kapitaal- en exploitatielasten opnieuw van zijn standpunt op de
hoogte wil brengen.
Toen spreker wethouder Broeders vijf minuten bezig hoorde met diens antwoord op de
algemene beschouwingen dacht hij dat het toch goed was te merken dat hij een tijd
fractievoorzitter was geweest. Spreker is het helemaal met hem eens als hij spreekt ovei
de sluitende begroting en over het onder curatele-staan. Een onderwerp waarop de wet
houder en hij een beetje naast elkaar heen hebben gepraat betreft de financiering van
grote werken. Er zijn daar een aantal grote werken genoemd, zoals het hoogspoor, de
afvoerleiding en de vuilverwerking. De wethouder heeft getracht spreker duidelijk te
maken hoe de verhouding tussen de gemeente en andere overheden ter zake lag. Dit
was echter niet de essentie van de vraagstelling. Hij heeft het nog eens nagekeken en
hij heeft duidelijk gesteld: „belangrijke kapitaalintensieve voorzieningen, welke steeds
meer nodig zijn, zouden in het licht van dit uitgangspunt door de Centrale Overheid
dienen te worden gefinancierd". Dat betekent dat spreker een sluitende begroting voor
staat, hetgeen impliceert dat grote algemene kapitaallasten van belangrijke infra-
strukturele voorzieningen geheel of gedeeltelijk door de overheid zouden moeten wor
den gedragen.
De opmerking „kunstgrepen" heeft spreker inderdaad positief bedoeld. Men mag die
vergelijken met de speelse manier waarop Pierre Jansen die dingen pleegt voor te
dragen. Er zit wel een aspect aan, waaraan naar zijn mening de wethouder voorbij is
gegaan, n.l. de consequenties voor een sluitende begroting in de volgende jaren. In zijn
algemene beschouwingen heeft hij getracht aan te geven, dat men er dit jaar in is ge
slaagd om via kunstgrepen tot een bedrag van 1.380.000,de begroting sluitend te
maken, maar dat men dit niet blijvend ongestraft kan doen.
Met een beetje verbazing heeft spreker er kennis van genomen dat de centrumfunctie
is gekoppeld aan de norm van 150.000 inwoners. Hij meent dat het hebben van
150.000 inwoners niet alleen een argument mag zijn, de gemeente voor de centrum-
funktie-uitkering in aanmerking te doen komen. Of het kruit niet droog is en of de
flodders los zijn, kan hij ook niet beoordelen. Dat is misschien een vraag die in de
pauze aan de heer van der Werff kan worden voorgelegd.
De heer VAN DER WERFF vraagt of dit een schot voor de boeg is.
De heer VAN LOON wil vervolgens nog enige opmerkingen over de reserves ma
ken, te meer omdat de heer van der Zwan heeft gezegd: „ja, luister nu eens even
je kunt nu wel zeggen er zijn reserves, maar dat zijn feitelijk geen echte reserves."
Die echte reserves zijn feitelijk alleen de algemene reserve en de saldi-reserve. Die
andere reserves zijn geen echte reserves in de betekenis van „reserve". Op dit punt
geeft spreker de heer van der Zwan en de wethouder graag gelijk. Maar ook bij het
geld van derden, dat via de leningsdienst in de begroting is opgenomen, blijkt dat moet
worden gesproken van oorspronkelijke bedragen, oorspronkelijke gestorte bedragen en
bijgeschreven rente, waarbij dan het bedrag van de totaal bijgeschreven rente wel de
gelijk reserve is. Spreker is blij dat de wethouder heeft toegezegd dat hij volgend
jaar zal trachten meer duidelijkheid te geven. In de reservering moet verschil worden