803 28 NOVEMBER 1968 gemaakt tussen het oorspronkelijke bedrag van de reservering en de in de loop van de jaren bijgeschreven rente. Als de bijgeschreven rente naar de algemene reserve zou worden gebracht, dan heeft spreker er vrede mee. Zolang op alle mogelijke waarborg sommen jaar op jaar rente wordt bijgeschreven - hoewel het geld van derden is - zijn de zo gekweekte kapitalen reserves. In zijn algemene beschouwingen heeft spreker gevraagd of hetgeen in enig jaar niet uit het geldelijk rendabel investeringsplan werd geïnvesteerd dit weer voor het volgend jaar of volgende jaren wordt gereserveerd. In zijn antwoord heeft de wethouder hier geen aandacht aan geschonken. De wethouder heeft volkomen gelijk als hij stelt dat het plan eerder dan vorige jaren was aangeboden, maar dat wil nog niet zeggen dat het nog niet te laat is gekomen. Daarbij wil spreker wel opmerken dat het investeringsplan van dit jaar in vorm en betekenis nogal wat belangrijker is als de in de afgelopen jaren aangeboden investerings plannen. Hij heeft desalniettemin na alles wat de wethouder daarover heeft gezegd begrip voor het uitlopen van de aanbiedingstermijn. Hij hoopt evenwel dat het volgend jaar zal lukken het plan wel tijdig aan de raad aan te bieden, b.v. gelijktijdig met de nota van aanbieding. Spreker heeft er begrip voor dat het rapport inzake de containers in de Steijnlaan en in de Marialaan gedeeltelijk is gepubliceerd; het was een duidelijke beleidsbeslissing. Het rapport moet nog door burgemeester en wethouders worden behandeld en te zij ner tijd zal de raad nader worden ingelicht. Terzake van de vuilverwerking wil spreker nog vragen of het mogelijk is vanuit de in gestelde werkgroep de zaak te zien in regionaal verband. Het is n.l. moeilijk te plaat sen in een zuiver lokaal verband, omdat de problemen van de vuilverwerking zich niet tot het lokale beperken, maar zich in de hele regio bevinden. Vervolgens meent spreker te hebben verstaan dat er een bedrag van 6.616.000,in het onrendabel in vesteringsplan zou zijn gereserveerd. Spreker meent dat dit een misvatting is, hij dacht dat deze post p.m. was opgenomen, omdat het de bedoeling is dat er eerst na 1973 een beroep op wordt gedaan. Tot slot wil spreker nog een opmerking maken aan het adres van de heer von Schmid. Deze is gisteravond teruggekomen en daar heeft spreker alle begrip voor - op het geen hij vorig jaar over de politieke benadering in deze raad heeft gezegd. Hij heeft gezegd dat de vraagstukken die op gemeentelijk niveau aan de orde komen, geen politieke benadering vragen, zij moeten op hun zakelijke merites worden beoordeeld. Spreker is het daar helemaal mee eens. Maar dan vraagt de heer von Schmid verder en soreker wil dit met en in alle vriendelijkheid zegeen omdat hii denkt dat de heer von Schmid het zo niet heeft bedoeld - waarom men hier dan voor de KVP of voor PvdA zit. Volgens de heer von Schmid brengt men hiermede een onzuiver element in de ge meentehuishouding en men misleidt de kiezer. Nu moet spreker in alle eerlijkheid zeggen, dat hij niet kan inzien dat hij, omdat hij hier nu namens de KVP zit, de kiezer zit te misleiden en dat als hij hier niet namens de KVP zou zitten hij de kiezers niet zou misleiden. Spreker zou daarom graag hebben dat de heer von Schmid hem daar in tweede instantie duidelijkheid over geeft. Verder heeft de heer von Schmid gezegd naar een vernieuwing toe te willen. Daar is men op velerlei terreinen aan toe, ieder een is tegenwoordig aan het vernieuwen, waarom zouden de politieke partijen het niet doen. Hij zou zelfs met de heer von Schmid kunnen meegaan wanneer hij vraagt of het nu persé moet dat politieke partijen zich op het vlak van een gemeenteraad moeten bezighouden. Spreker meent dat dit niet nodig is. De kieswet geeft aan iedere 25 kiezers de mogelijkheid kandidaten te stellen. Maar daardoor wordt men natuurlijk weer politieke partij. En dan zegt de heer von Schmid verder dat er aan de andere kant lieden moeten zijn die een andere bedoeling nastreven, duidelijk beseffend dat dit slechts het gevolg kan zijn van een ander inzicht van wat echte democratie is, wat waarachtige openheid is en wat de reële inspraak van de bevolking betekent, met be houd uiteraard van een efficiënt bestuur. Maar de heer von Schmid geeft niet aan hoe hij dit denkt te realiseren. Spreker is bang dat men dan toch weer terugvalt op een andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 829