810 28 NOVEMBER 1968 spreker aandrong dat er nog eens naar gekeken zou worden en energieke maatregelen zouden worden getroffen opdat de problematiek uit de wereld zou worden geholpen. Hij is verheugd dat de wethouder op grond van de ervaringen van j.l. maandag ervaringen die spreker ook bekend waren - een duidelijke verbetering van de verwer king van de klachten heeft ingesteld. Overigens wil hij toch nog een vraag stellen naar aanleiding van die maandag. Onlangs nam de raad een besluit waarin de noodzaak werd vastgesteld van een reservekachel voor de dienst van openbare werken, ten einde te zorgen dat de verwarming gewaar borgd was. Die ketelhuizen, waarover de wethouder net sprak, bevatten toch ook aparte units, die afzonderlijke zekeringen en leidingen hebben? Hoe is het dan mogelijk dat zo'n half blok ineens van alle warmte verstoken kan zijn? Uit het antwoord van de wethouder heeft spreker evenwel goed begrepen dat het col lege de moeilijkheden van de wijkverwarming onderkent en dat er aan de verbete ringen gewerkt wordt en tevens dat de kosten voor de verbetering niet op een aparte begrotingspost komen, maar hoofdelijk op de consumenten worden omgeslagen. Het spook, wat spreker wil signaleren, van huurhuizen die op een informele zwarte lijst komen, zal dankzij de herziening bij het EnWa-bedrijf dan hopelijk verdwijnen. De van de wethouder verkregen opsomming van wat in Breda op cultureel gebied is geëntameerd, vindt spreker bijzonder prettig. De consequenties daarvan zullen onge twijfeld bekend raken. Hoe moeilijk die hele materie van schouwburg en creativiteit van belangstelling van het pubiek en gezelschappen is; de behoefte aan workshops en van actieve participatie daarin, het is alles reeds bekend. De gemeenteraad van de hoofdstad van deze provincie gaat daar vanavond een zeer zware vergadering over tegemoet. Te zijner tijd zal het standpunt hier nader moeten worden bepaald. Spreker meent voorts dat dit gebied toch mede verband houdt met de ontwikkeling van de civic-centre gedachte. Bij vorige begrotingsbehandelingen is weieens in een ander ver band een beroep gedaan op het toch vooral ongestoord laten zitten van een broedende kip. Te begrijpen is dat spreker haar dan nauwelijks durft op te jagen, maar nu de heer Kroon toch met een aantal gerichte vragen de knuppel in het hoenderhoek heeft geworpen, wil spreker zich daarbij aansluiten, evenals de heer v. d. Zwan heeft gedaan. Juist het evolueren van denkbeelden zou hier een toetsing van de besluitvorming zijns inziens alleszins wettigen. Als het college zou willen stellen dat de gehele gedachten- wisseling rond het civic-centre pas definitief afgerond zou kunnen zijn en pas tot ze kere realisaties zou leiden na nadere bestudering in de cultuurdienst, zou daarvoor toch een duidelijk bij de tijd blijven van de projecten kunnen worden gedemonstreerd. De mensen van de cultuurdienst immers zullen op een gegeven moment op basis van een analyse van de Bredase situatie toch met een civic-centre mee moeten werken. De uitspraak van wethouder Gielen over „linkse" wethouders roept natuurlijk de vraag op wat het etiket links nu eigenlijk inhoudt. Zelfs de onlangs verschenen anato mie van nieuw links geeft daar geen klemmende uitspraak over. Tot slot wil spreker nog een punt stellen in verband met het betoog van de heer von Schmid. Als collega historicus wil hij hem op een zaak attenderen, waneer deze stelt dat hij de bestaande partijvorming een ongelukkige zaak acht. Het zal misschien allen bekend zijn dat in Frankrijk tijdens de derde Republiek de gedeputeerden zo'n sterke binding hadden met hun departement, dat zij zich totaal niets aan een partij formatie gelegen lieten liggen. Dat wordt één van de belangrijkste factoren genoemd van de destructieve of desintegrerende krachten in de Franse situatie van de derde Republiek. Ook als één der factoren die mede ertoe geleid hebben dat de Franse afge vaardigden zo gemakkelijk bij een schandaal betrokken waren. Zij hadden nl. niet de esprit de corps en het bind-element van een partij mét een programma, mèt een ge zamenlijk optreden en met ook daardoor een interne controle. Wanneer de heer von Schmid derhalve pleit voor een ander selectieproces, dan is spreker het met hem eens dat een selectieproces essentieel is. Dit omdat anders een Poolse Landdag zou worden verkregen, maar bovendien omdat ook die volgende selectie een interne binding zal oproepen. Is die er niet dan krijgt men een warhoofdig gedoe. Of dit a la minute de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 836