812 28 NOVEMBER 1968 van de gezondheidsraad zal zijn uitgebracht. Daar heeft hij volkomen vrede mee, want het komt overeen met zijn vraagstelling. Wethouder Vermeulen heeft in verband met de woningbouw gezegd dat 1970 niet zo fataal zou zijn, als spreker heeft willen laten voorkomen, omdat er nog mogelijkheid van woningbouw in Heusdenhout is. Dit is hem bekend en hij heeft dat de vorige maal bij de behandeling van de algemene beleidsnota nadrukkelijk naar voren gebracht. Inzake de woningbouwcapaciteit aan de hand van de bestemmingsplannen heeft hij boven dien gesteld dat Breda nog wel enige tijd voort kon met bouwen, want Heusdenhout is nog niet volgebouwd. Ook zijn er nog uitwijkmogelijkheden in het plan Princenhage- West, waar 1500 woningen gebouwd zouden kunnen worden. Maar de voorbereiding eist 4 a 5 jaar, ook van het plan Princenhage-West, want ook daar moet nog aan wor den begonnen. Spreker meent daarom dat Breda wat betreft het continu voortzetten van de bouwstroom toch wel degelijk in 1970, hooguit in 1971, in gevaar komt. Misschien ziet hij het wat te pessimistisch, hij hoopt echter dat het iets mee zal vallen. Spreker wil voorbijgaan aan de kwestie van de toebedeling van de woningbouw, de toewijzing, enz. en alles wat daarmee samenhangt. De heer van Loon heeft terecht ge zegd dat dit een rijksaangelegenheid is, waarin op het ogenblik weinig aan kan worden veranderd. Over de verbinding Kraanstraat/Boschstraat is zeer nadrukkelijk gezegd dat het col lege niet voornemens is af te wijken van het destijds door de raad ingenomen standpunt. Voorlopig is hij met deze toezegging tevreden, blijft de vraag is het wachten tot 1973 voor tot een oplossing wordt gekomen niet te lang De sluiting van de stadsring voor het verkeer zal naar zijn smaak - en ook wel naar de smaak van het college - eerder noodzakelijk zijn. Ten aanzien van het civic-centre zijn er voor spreker toch enkele dingen die nog ab soluut onduidelijk zijn. Als vraag heeft hij gesteld: „Enkele leden willen graag volledig worden ingelicht in welk stadium op dit moment de plannen zijn voor het civic-centre. Dienen met name ten aanzien van een voortgaande evolutie de bestaande plannen niet te worden gewijzigd, dan wel andere prioriteiten te worden gesteld voor bepaalde on derdelen van het gehele plan. Hij meent dat dit wel duidelijk was, want het is immers zo, dat voor de stadsschouwburg straks 700.000,zal worden uitgegeven. Ook dat zit in de evolutie-gang, want op het moment dat de raad middels een informatieve raadsvergadering werd ingelicht over de bouw van het civic-centre zouden stadsschouw burg en het raadhuis één geheel gaan vormen. Het formele besluit is echter nog niet gevallen. Nu blijkt dat veel grotere bedragen aan de stadsschouwburg moeten worden uitgegeven dan aanvankelijk is gedacht. Spreker begrijpt dan ook niet dat het college zich beraadt over de vraag wat er met de bestaande schouwburg moet gaan gebeuren, evenals over de vraag inzake de centrale vestiging van de bibliotheek. In dit verband wil hij eraan herinneren dat deze opmerking destijds ook is gemaakt en er werd toen een mogelijkheid gezien deze vestiging in het civic-centre in te brengen. Men ziet toch dat zich hier werkelijke veranderingen aanbieden, waarmee de raad rekening heeft te houden. Daarom moet het spreker echt van het hart dat het antwoord van de wethou der wel erg summier was. Ook in de algemene beschouwingen heeft hij, net al nu, ge zegd dat toch niet duidelijk blijkt waar het college naar toe wil. Spreker zou bepaald willen weten wat het college met het civic-centre op het oog heeft. Daarbij blijft hij er bij dat het ruimtegebrek op de gemeentesecretarie op het ogenblik zodanig groot is dat hij het persoonlijk - en met hem meerdere leden van de raad - van groot belang acht dat de geplande administratieflat een grotere prioriteit krijgt dan b.v. de uitbreiding van de Beyerd en het daarmee verbonden VW-bureau. Nu zegt de wethouder wel dat begonnen moet worden en dat de grotere dingen wel later aan de orde komen, het mindere moet dus prioriteit krijgen boven het meerdere, omdat er thans voor het meer dere geen ruimte is, maar daar is men voor het gehele civic-centre niet mee klaar. Daarom wil hij een duidelijke standpuntbepaling van het college ten aanzien van het civic-centre hebben, zeker ten aanzien van de noodzaak van een grotere prioriteit voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 838