28 NOVEMBER 1968
813
de bouw van het stadhuis of voor die administratieflat, bestemd voor de gemeentelijke
diensten.
Het is in spreker's fractie te doen gebruikelijk - en dat moet men als kleine fractie
zeker doen - dat de zaken zo goed mogelijk worden verdeeld, want anders komt men
helemaal om in de diverse onderwerpen. Spreker heeft daarom al in de algemene be
schouwingen gezegd dat zijn fractie-genoot zal spreken over de tarieven van het sport
centrum, Wolfslaar en het Ei. Dit zal gebeuren bij de hoofdstuksgewijze behandeling,
maar hij kan er nu al aan toevoegen dat daarbij uiteraard zal worden gesproken over
de zaak van het betaald voetbal en over het zwembad noord. Deze zaken zijn in ver
gaderingen van de raad al behoorlijk aan de orde geweest. Er kan dus nu aan voorbij
worden gegaan.
Van wethouder Broeders heeft spreker met genoegen gehoord dat ook hij een sluitende
begroting een zeer belangrijk goed vindt. Dat de wethouder dit zo heeft beklemtoond
spreekt hem wel aan, omdat moet worden getracht zo lang mogelijk een eigen beleid
te kunnen voeren. Extra is naar voren gekomen dat het b.v. Haarlem en Maastricht echt
niet zo goed gaat, omdat zij voor aanvullende bijdragen opteren; hier komt dan wel
het vagevuur ter sprake.
De reële behoeften in Breda moeten worden onderkend en prioriteiten moeten worden
afgewogen tegen de beschikbare gelden. Dit moet zo goed mogelijk worden gedaan.
Ook dit spreekt hem buitengewoon aan en spreker hoopt dat het mag lukken om ook
voor de eerstkomende jaren - en in de verre toekomst - de begroting sluitend te hou
den. Door de burgers zullen offers moeten worden gebracht, maar dat is van belang
wil men zijn eigen zaken kunnen doen.
Zorg heeft spreker over de ramingen van de trendmatige verhoging van de uitkeringen
uit het gemeentefonds waardoor de sluitende begroting mede is verkregen. Dezelfde
zorg heeft hij toch ook wel voor de wijziging van de afschrijvingen en de door de heer
van Loon genoemde kunstgrepen.
Spreker stelt bijzonder prijs op de toezegging dat het onrendabel investeringsplan bij de
volgende begroting gelijktijdig met de begrotingsstukken aan de raad ter kennis zal
worden gebracht.
De vaste afvalstoffen van de ondernemingen veroorzaken in de toekomst nodige zorg.
Daarom spreekt het hem aan dat voor dit probleem een commissie is geformeerd, welke
vóór 1970 rapport zal uitbrengen. Deze zaak zal ook regionaal moeten worden be
keken. Gesteld is al dat ten deze de WEB voor geheel West-Brabant nog enige initia
tieven heeft genomen, waaruit men kan zien dat de WEB wel degelijk goed werk kan
doen.
De voorgaande sprekers hebben al iets opgemerkt over hetgeen de heer von Schmid
heeft gezegd. In dit verband wil spreker stellen dat de raad een bestuurscollege is,
dat inderdaad politiek is samengesteld, iets waarover spreker verheugd is. Dat is ze
ker niet strijdig met het gemeentebelang, zoals de heer von Schmid meent, want als
twee hetzelfde voorhebben, doen zij het toch niet gelijk. Veel politiek wordt in de raad
inderdaad niet bedreven, meestal worden de vraagstukken volkomen zakelijk benaderd,
wat ook juist is. Er zijn echter ook onderwerpen en hierbij is b.v. te denken aan de
openbare l.o.m.school waarbij de uitgangspunten van de heer v. d. Werff en spre
ker volkomen anders liggen. Het is dan ook volkomen juist dat ieder de zaken vanuit
zijn levensovertuiging ziet. Dat is geen verlies, dat is alleen maar winst. Evenzo als
spreker zich in zijn totale instelling in het hele maatschappelijk verband wil laten lei
den door het Evangelie van Christus en zich wil laten inspireren door het Evangelie
waaraan hij zich verbonden voelt, is het ook dat hij zich bij de zakelijke be
handeling daardoor wil laten leiden en zich wil laten inspireren. Naar zijn mening
kan dat alleen maar de zakelijke behandeling ten goede komen. Als de heer von
Schmid dan zegt dat als men voor de KVP, PvdA of wat ook zitting in de raad
neemt, men een onzuiver element in het gemeentehuis brengt en de kiezers misleidt,
dan moet spreker zeggen dat misleiding van de kiezer ook op een andere wijze kan
plaatsvinden. Hiermede wil spreker echt niet onvriendelijk zijn tegenover de heer