818 28 NOVEMBER 1968 inkomsten de kostprijshuur van de woningen te betalen. Dit nu vindt hij voor het functioneren van de bouwmarkt ongezond en juist in de kwestie verhouding huren- lonen. Het is de heer v. d. Zwan toe te geven dat dit een structurele fout is die in de loop van de tijd is gegroeid. Het is een punt om eens wat meer aandacht aan te be steden. Over het algemeen leest men in tijdschriften, in de pers of in andere publicaties alleen maar dat er goedkoper moet worden gebouwd. Dit is een volkomen irreële eis. Men kan niet goedkoper bouwen, althans niet zo goedkoop bouwen, dat bijna het grootste deel van het Nederlandse volk zonder bijdrage van de overheid ook maar in staat zou zijn de huur te betalen. Bovendien is deze situatie funest voor de bouw markt. De heer v. d. Zwan heeft gezegd van de bijdrageregeling krotopruiming niet veel wijzer te zijn geworden. Welnu, het college ook niet. Het enige voordeel wat kan wor den bereikt is dat een saneringsplan eventueel kan worden voorgefinancierd tot een bedrag van 2.000,per woning. De heren v. d. Zwan, v. d. Werff en Kroon hebben nog iets gezegd over Beyerd/VVV. De verschillende opmerkingen verraadden een verschillende benadering, maar de heer v. d. Werff gaat met zijn vraag net iets te ver om een toezegging te doen. Hij vraagt evoluerende denkbeelden aan het plan te toetsen. Als hierop bevestigend zou worden geantwoord zou spreker de pretentie aannemen namens het college te spreken, terwijl daarover nog geen overleg is gehouden. Bovendien is het niet zo simpel als de heer v. d. Werff stelde. Spreker wil daarom voorstellen dat het college zich morgen hier over beraadt, zodat hij dan morgenmiddag in staat is namens het college een mening te geven. De heer Kroon heeft nog de degens gekruist over het al of niet fatale jaar 1970. Spre ker is het in ieder geval over het fatale met hem eens. Het is bekend dat hij al jaren geleden heeft gezegd dat er een moment komt dat de continuïteit in de woningbouw vast gaat lopen, domweg als gevolg van gebrek aan grond. Dat moment is naderbij ge komen. Spreker heeft evenwel alleen willen zeggen het jaar 1970 niet te prikken op basis van 385 eenheden die nog uitgegeven kunnen worden. Er is natuurlijk nog het plan Heusdenhout, waar uitbreiding mogelijk is. Ook is er nog het plan Princenhage West, wat evenwel nog bouwrijp moet worden gemaakt. Of het 1970 of 1971 wordt doet er in feite niet veel toe, de aansluiting zal op een gegeven moment kwijt zijn en daardoor zal Breda in een situatie komen dat met de gevoerde bouwpolitiek zal moeten worden gestopt. Anderzijds heeft spreker wel gezegd dat alles zal worden geprobeerd te doen waardoor die kans zo gering mogelijk wordt. Spreker kan zich zelfs voorstellen dat, ook al heeft men voor de voorbereiding normaal 4 a 5 jaar nodig, men met inzet van veel geld en veel mensen die periode kan beperken. De heer Kroon kan goed volhouden, want hij heeft het weer gehad over de sluiting van de ring rond de binnenstad aan de noordzijde. Hij heeft gezegd dat de weg door het Valkenberg er niet komt, maar wat dan wel Het is bekend dat het college door Monumentenzorg belemmerd is in de uitvoering van het stedebouwkundig plan Breda noord-oost. Er is nog met Monumentenzorg vergaderd en er is een gentlemen-agreement uit voortgekomen. De dienst voor de Monumentenzorg was bereid medewerking te verlenen ten aanzien van de ruimte nodig voor de bouw van het civic-centre. Breda van haar kant zou haar verlangens ten aanzien van de verruiming van de Catharina- straat opschorten tot het moment waarop de feitelijke ontwikkeling wel zou aantonen dat men er niet langs heen kon. Dit is dus de gemaakte afspraak. Of de situatie ten aanzien van de Catharinastraat nog wel ooit zal worden gewijzigd, durft spreker niet te zeggen. Van zichzelf moet spreker zeggen dat hij ook bezwaren heeft tegen de toch wel wezenlijke aantasting van de plattegrond van de binnenstad, hij is er zelf ook niet gelukkig mee. Anderzijds is er een bedrag in het investeringsplan opgenomen wat toch wel gedeeltelijk is te besteden aan de verbetering van de verbinding Kasteelplein met Haven. Ook ten aanzien daarvan is er misschien nog een evolutie mogelijk. Voor de straat zelf is er wellicht een ander tracé denkbaar, maar ook dat is nog een punt waar nog geen voldoende zekerheid over is. De technici denken thans hoe de verbinding tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 844